- Versie
- Downloaden 23
- Bestandsgrootte 108.36 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 27 juli 2019
- Laatst geüpdatet 18 februari 2021
Homiletische hulplijnen 59
Hermeneutiek van het geschrevene
Een preek kan neigen tot en zekere objectiveerbaarheid: dat wij het óver deze tekst gaan hebben en er verstandige dingen óver zeggen. Dus wordt de tekst gehistoriseerd, gepsychologiseerd of gedogmatiseerd. Daarmee houden we ons de tekst van het lijf om hem aan te vatten als een documentaire óver de bijbelse geschiedenis, de zielenroerselen van Jezus en zijn apostelen of óver geloofswaarheden. Dergelijke objecten worden vervolgens ‘geactualiseerd’, met veel kunst- en vliegwerk op ons heden ten dage betrokken en kleingeld gemaakt zodat wij ‘er iets mee kunnen’. Het beschrevene heeft de regie overgenomen.
Maar niet voor niets heet het goede boek ‘Heilige Schrift’, waarin het Woord tot ons komt en wij, in de gelijktijdigheid van tekst en lezer, in een zinsverband komen te staan. Lezen, voorlezen, reciteren, prevelen, zingen vraagt om een hermeneutiek van het geschrevene.
De tekst is er al, die hoeft niet bij de tijd te worden gebracht. De inspiratie die eigen is aan de ‘Heilige Schrift’ is er ook. Zij is niet slechts ooit de inspiratie van de schrijvers geweest, maar gelijkerwijs de inspiratie van de lezers nu. Schrijvers en lezers ontlopen elkaar wat dat betreft niet veel. Principieel genomen is hun inspiratie alleen in onderlinge analogie te denken. Het is dezelfde Geest die zich over schrijvers en lezers vaardig maakt.
De tekst is een ruimte waar wij worden bínnengenodigd. Wij lezen ons ín, er wordt ons toegang verschaft. Dat alles is hier en nu. De tekst hoeft niet uit een ver verleden naar ons overgeheveld te worden. Ons welbevinden ligt ín deze tekst. Hier worden wij verwacht, niet alleen met dat welbevinden maar evengoed met onze angst, verdriet, haat en hoop. Wij verplaatsen ons ín de tekst. Niet dat het past. Er kiert altijd licht tussen de wereld van het Woord en onze eigen horizont; dat licht is niet per se een dwaallicht. In dat licht zijn wijzelf in het geding.
Eén van de meest indrukwekkende coïncidenties van tekst en noodzaak in mijn herinnering is de schriftlezing die Ralph Abernathy koos bij de uitvaart van Martin Luther King: ‘Daar komt de meesterdromer aan; laat ons hem doden… dan zullen we eens zien van wat er van zijn dromen terechtkomt’ (Gen. 37,19vv).
Die tekst ging niet óver Jozef, de beschrevene, de tekst werd niet ‘geactualiseerd’. Maar ín deze woorden, het geschrevene, vonden wij – ik was een kind tien en radeloos – alles wat ons in die dagen overkwam terug. Werd de tekst geweld aangedaan? Geenszins. Werd er iets ingelegd wat er niet in thuis hoorde? Evenmin. De hele bijbelse theologie van de Jozefnovelle deed mee, het thema van broederschap, de verborgen hand van God, culminerend in de hoop dat deze dromen bewaarheid worden: I have a dream!
Bijbelse geschiedenis, psychologie en geloofswaarheden hebben op zichzelf genomen geen betekenis. Ze vormen slechts een mogelijke achtergrond waartegen ons leven zich aftekent, dat betekenis krijgt als het geschrevene zich opent. Dat gaat niet via historische analogieën (de archeologie van het beschrevene). Het Woord is dichterbij. De Heilige Schrift (de poëzie van het geschrevene) bergt altijd een heden in zich waarin wij staan, of beter gezegd: waarin wij geïnspireerd lezen.
Daarbij is het dus niet de bedoeling dat wij ons een voorstelling maken van hoe ‘het’ wel geweest moet zijn in die lang vervlogen bijbelse tijden en vervolgens die voorstelling gaan uitleggen. Het komt erop aan dat wij de woorden herkauwen (ruminare) en ons daardoor laten aanspreken en gezeggen. Veni Creatior Spiritus.
drs. Klaas Touwen
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.