- Versie
- Downloaden 27
- Bestandsgrootte 284.92 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 28 juli 2019
- Laatst geüpdatet 3 december 2020
Homiletische hulplijnen 49
Inclusio
Homiletische handboeken gaan dikwijls uitvoerig in op het begin van de preek, het exordium. De predikant wil de aandacht vangen, zijn gehoor boeien, hij dingt naar de gunst van zijn hoorders.
Ook het einde van de preek is een veel besproken categorie: de conclusio of peroratio, de epiloog met een oneliner die blijft na-echoën. Vooral wie ‘uit het hoofd’ preekt moet zich op die slotzinnen prepareren.
Maar ik krijg de indruk dat predikanten bij het verband tussen die twee, de relatie tussen de eerste en de laatste zinnen, doorgaans weinig stilstaan. De oude retorica daarentegen was zeer gefocust. Ook wie bijvoorbeeld de kersttoespraken van koningin Beatrix bestudeert, vindt daar een klassieke structuur in terug en dus de figuur van de inclusio. Zie bijvoorbeeld het begin en het einde van haar kerstboodschap 2011:
Kerstmis, het feest van licht in duisternis, roept de verwachting op van vrede en welbehagen. Juist vandaag kan het verlangen hiernaar ons helpen gevoelens van onvrede en onbehagen te overwinnen en ons in te zetten voor een leven in harmonie met de medemens en de natuur.
...
Met de boodschap van vrede en welbehagen kan kerstmis ons uittillen boven de angst en onzekerheid van deze tijd. Laten wij zeggen wat wij hopen en doen wat wij kunnen.
Op woordniveau vinden letterlijke herhalingen plaats: ‘kerstmis’, ‘vrede en welbehagen’. Als synoniemen functioneren enerzijds ‘verwachten’ en ‘verlangen’ en anderzijds ‘hopen’; ‘juist vandaag’ wordt ‘deze tijd’; ‘onvrede en onbehagen’ keren weer als ‘angst en onzekerheid’; ‘ons inzetten’ wordt ‘doen wat wij kunnen’.
In zijn ‘Dramaturgische Homiletik’ Einander ins Bild setzen schrijft Martin Nicol: ‘Wat ik aan het begin zeg, moet ik (minstens in principe) aan het eind weer kunnen oppakken. Als er niet hoe dan ook enige correspondentie bestaat tussen het begin en het einde, dan was de inleiding slechts een ‘Aufhänger’ of blijkt het eind slechts een verlegenheidsoplossing te zijn’ (blz. 110).
Een Aufhänger is een lusje om een jas of in dit geval een hele preek aan op te hangen. Nicol bedoelt er dus mee dat het ‘pakkende begin’ kennelijk lukraak gekozen is. Als het slot geen relatie legt met de kwestie die aan het begin van de preek aan de orde is gesteld, heeft de preek zich kennelijk tamelijk vrijblijvend voortbewogen.
‘Een verlegenheidsoplossing’? Deze Verlegenheit geeft er dikwijls blijk van dat de preek een besef van urgentie ontbeert. Merk op dat het Duitse verlegen niet alleen ‘bedeesd’ en ‘verlegen’ betekent, maar als werkwoord ook: ‘verleggen’, ‘verplaatsen’, ‘niet op de goede plek terugleggen’, dus: ‘kwijt raken’. De predikant is onderweg het spoor bijster geraakt.
Martin Nicol is een representant van The New Homiletic, een stroming die niet meer denkt in termen van explicatio en applicatio, uitleg en toepassing. Die ook niet meer gelooft in een eenduidige scopus: dat de preek kunstmatig terug te brengen zou zijn tot één thema, één boodschap.
Niettemin klinkt juist uit zijn mond: ‘Het is een heilzame homiletische regel aan het einde van de preek het begin weer op te pakken. Dat is veranderd, gevarieerd en verrijkt door de beelden en woorden van de tussenliggende 12 tot 15 minuten. Men ziet dan hopelijk meer dan eerst. Ook wie niet uitdrukkelijk op het begin terugkomt, moet het beoogde slot erop toetsen of het niet minstens impliciet met het begin correspondeert’ (Im Wechselschritt zur Kanzel blz. 102).
In The New Homiletic bevindt zich tussen begin en einde niet een preek in drie punten. En het einde is bij voorkeur open, zoals de hele preek beschouwd wordt als een ‘open kunstwerk’ (Umberto Eco). De nadruk in het bovenstaand citaat ligt dus op ‘minstens impliciet’.
Dat de preek ergens op inzet en ergens naar toe wil, maakt dat wij ‘iets’ te zeggen hebben.
Literatuur
Martin Nicol, Einander ins Bild setzen. Dramaturgische Homiletik, 20052
Martin Nicol/Alexander Deeg, Im Wechselschritt zur Kanzel. Praxisbuch Dramaturgische Homiletik, 20132
Klaas Touwen