- Versie
- Downloaden 21
- Bestandsgrootte 277.93 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 24 juli 2019
- Laatst geüpdatet 19 januari 2021
Homiletische hulplijnen 21
Notatie
Preken is spreken met overtuiging. Dit móet ik zeggen, omdat de omstandigheden het vereisen, omdat de tekst dit teweegbrengt, omdat het geloof, de hoop en de liefde dit gezegd willen hebben. De preek is nodig. Zonder een besef van urgentie verwordt de preek tot een vreugdeloos en vlak verhaal.
De preek is echter al even geleden opgeschreven. Tussen het uitbroeden, schrijven en houden van een preek zit tijd, dus enige afstand. Hoe loop je die weer in?
Wat een preek niet kan hebben, is dat de predikant zich ondertussen afvraagt: Hoe zat dit ook alweer? Wat wilde ik hiermee zeggen? Het is dus zaak dat bij iedere passage, wending en move de predikant er meteen weer ‘in’ zit, zodat er synchroniciteit is tussen spreken en ervaren, zodat ze congruent zijn: de predikant en zijn preek.
De wijze van noteren maakt verschil. Zoals de preekvoorbeelden hier in dit tijdschrift gepresenteerd worden, is wel de slechtste manier van opschrijven: met doorlopende zinnen als in een boek. Alinea’s vol met tekst.
Als predikant heb je veel meer visueel houvast nodig. Begin en einde van een zin moeten in één oogopslag ‘gepakt’ kunnen worden. Witregels maken overzichtelijk wat bij elkaar hoort en waar de overgangen liggen. Een handgeschreven preek heeft meer ‘grip’ dan een tekst die uit de printer rolt.
De voordelen van een tekstverwerker zijn legio: een creatief schrijfproces, geen doorhalingen, altijd een ‘schoon’ eindresultaat. Maar dat laatste is ook een nadeel. Met het papier dat de printer produceert heeft de predikant nog geen enkele verhouding. Die bladspiegel is een nog onontgonnen gebied. Wat erop staat is wel doordacht, maar de predikant heeft het op dít papier nog nooit zó gezien.
Onze ogen zijn geconditioneerd op de linkerkantlijn. Daar staan opsommingstekens (1. 2. 3. – a. b. c.), paragraafaanduidingen, subtitels. Die linkermarge (breed instellen!) is een geschikte ruimte voor Stichwörter en tekeningetjes.
Ondertussen staan in onze uitgeschreven zinnen de woorden die ertoe doen, meestal niet links! Hier geldt het zogenaamde ‘links-rechtsprincipe.’ Normaal gesproken loopt de informatiewaarde van een zin op naarmate een zinsdeel meer aan de rechterkant van een zin komt te staan. Links staan de elementen die een lage informatiewaarde hebben, die niets nieuws bevatten of die uit de context al bekend zijn. Aan de rechterkant komen de elementen met een hoge nieuwswaarde. Onderstreep zulke woorden, omcirkel ze, zet er accenten op!
Kortom: die maagdelijk schone bladzijden, nog warm van de printer, zijn niet de meest geschikte Unterlagen voor de preek. Wat ze nodig hebben zijn: onderstrepingen, doedels, woorden in de kantlijn, koffievlekken. Juist om deze woorden nú te laten klinken, moet de predikant er een geschiedenis mee hebben. Meer dan dat er diep over is nagedacht. Het moet smoezeliger, beduimeld, fysieker – en nog net die ene inval moet erbij.
Wat staat waar? Dat moet de predikant bekend voorkomen.
Klaas Touwen
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.