Homiletische hulplijnen 106

[featured_image]
Downloaden
Download is available until [expire_date]
  • Versie
  • Downloaden 64
  • Bestandsgrootte 109.99 KB
  • Aantal bestanden 1
  • Datum plaatsing 4 december 2023
  • Laatst geüpdatet 4 december 2023

Homiletische hulplijnen 106

Homiletische hulplijnen 106
Ironie

Ironie (uit het Grieks: eirōneíā = geveinsde onwetendheid) is op een licht spottende manier het tegenovergestelde zeggen van wat men bedoelt. Het woord is afgeleid van eírōn dat ‘veinzer, huichelaar’ betekent. Socrates was er een grootmeester in: door onwetendheid te veinzen, stelde hij aan de kaak hoe verwaand en onwetend zijn gespreksgenoten waren.

Onlangs maakte ik een Nederlandstalige eucharistieviering in het buitenland mee, er was een hulpbisschop die voorging, de pastor loci leidde de dienst in. Meteen aan het begin ging het al mis. De hulpbisschop werd geïntroduceerd als deskundig in het wereldlijk en kerkelijk recht, met een grap. Allemaal goedbedoeld maar ironisch. Vervolgens kreeg ook de synode in Rome een sneer: ‘rondetafelconferentie’. Of was het geen sneer? Ik sta er niet voor in.
Wat ging er mis? Eredienst is gebed, ook podiumkunst, alle twee, maar de grondtoon is contemplatie. Die staat hartelijkheid niet in de weg, geenszins. Vrolijkheid en een warm welkom bieden toegang tot de Ene, maar wij tijgen ter kerke om Hem te ontmoeten. Een hulpbisschop is mooi meegenomen, maar dat hij met ironie wordt begroet, communiceert niet. Wat wij nodig hebben zijn betrouwbare woorden, geen woorden waarvan je je afvraagt in welke mate ze welgemeend zijn. Ironie aan het begin van welke ontmoeting dan ook, wordt al gauw misverstaan als sarcasme of zuurpruimerij en tast andere woorden aan. Mag ik die wel voluit ter harte nemen of zit ook daar een randje aan?

Ironie wordt gemakkelijk misverstaan. Zeker in een geschreven tekst, omdat daarin geen sprake is van mimiek, intonatie en lichaamstaal. In een appje kan een smiley de bedoeling verduidelijken. In een boek kan behoefte zijn aan een ironieteken, bijvoorbeeld ⸮, een terugkijkend vraagteken.
Het klassieke ironisch misverstand op de Nederlandse televisie is de Tegenpartij van Kees van Kooten en Wim de Bie, die aanvankelijk een fictieve partij was, cabaretesk, bedoeld om humoristische kanttekeningen te plaatsen bij ‘de vrije jongens’. Maar onbedoeld kreeg de Tegenpartij grote aanhang en werd een voorloper van populistische partijvorming, zodat – omdat een aanzienlijk deel van het electoraat de ironie niet begreep – Van Kooten en De Bie zich genoodzaakt zagen de partij op te heffen.

Ik pleit niet tegen ironie. Het zou jammer zijn dit stijlmiddel niet te gebruiken, maar er is enige terughoudendheid geboden. Ironie mag het contemplatief karakter van de viering niet in de weg staan. De voorganger moet om te beginnen vertrouwenwekkend zijn en erin investeren om de welwillendheid van zijn gehoor te verwerven. Later, in de tweede helft van de preek, kan ironie lichtvoetigheid brengen, een glimlach, ontspanning. Ironie vraagt om dosering, eerst moet ik de predikant kunnen geloven op zijn woord, daarna mag hij goedsmoeds een spel met mij spelen en de draak met mij steken, met mij, niet met anderen.

drs. K. Touwen