- Versie
- Downloaden 4
- Bestandsgrootte 118.96 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 26 september 2024
- Laatst geüpdatet 26 september 2024
Homiletische hulplijnen
Homiletische hulplijnen 111
Niet neutraal
De positie van religie in onze samenleving verschuift. Er zijn benaderingswijzen overheen gegaan die tekenend waren voor hun tijd. Welke positie wordt nu van ons verwacht?
Velen herinneren zich de tijd waarin mijnheer pastoor onverholen stemadvies gaf om katholiek te stemmen, dat kon alleen maar een stem op de kvp betekenen. Zo lagen de kaarten geschud ten tijde van de verzuiling.
Daarna heeft de samenleving zich ogenschijnlijk meer en meer van religie ontdaan. Geloof, inspiratie en bezieling werden verbannen naar het privédomein achter de voordeur. Het publieke domein heette ‘neutraal’, wat in de praktijk betekende dat in het openbare leven alleen het secularisme was toegestaan.
Inmiddels heeft de eenentwintigste eeuw de kaarten opnieuw geschud. Jürgen Habermas zei in januari 2004 in gesprek met kardinaal Ratzinger, de latere paus Benedictus xvi, dat ‘de liberale staat bronnen nodig heeft waarmee ze de depersonaliserende gevolgen van de globalisering kan tegengaan’.
Het treft me telkens weer hoe open de samenleving staat voor religieuze bezieling en mededogen, voor een cultuur van eerbied en gemeenschapszin. Onze grote steden zijn inmiddels postseculier geworden, maar de kerken moeten er nog aan wennen. Voor de duidelijkheid, ik bedoel dat niet restauratief: dat de kerken op de oude voet wel voort kunnen. Nee, zeker niet!
Ik spits toe op de term ‘neutraal’. Die term werd dikwijls gebruikt om duidelijk te maken dat de lokale overheid en bijvoorbeeld het openbaar onderwijs zich de vingers niet aan religie wilden branden. De openbare basisschool vierde geen Kerst maar een ‘lichtjesfeest’, want zij was ‘neutraal’.
Sinds omstreeks 2010 echter wordt die term niet meer in het openbaar basisonderwijs gevonden. Zij weet ondertussen van de noodzaak om ‘actief pluraal’ te zijn. Levensbeschouwing hoort niet achter de voordeur maar op het marktplein. In de openbare ruimte proberen wij met onze verschillende religieuze en wereldbeschouwelijke oriëntaties om te gaan. In het openbaar onderwijs leren wij dat, in de kerk misschien ook.
Voorbeeld: Kerst kan in het openbaar onderwijs ook gevierd worden door te vertellen van de geboorte van Isa volgens de Koran, met christelijke kerstliedjes en kadootjes onder de kerstboom. Syncretistisch? Zeg dat niet te snel. De werkelijkheid van wat gevierd wordt, meldt zich op eigen kracht: lex orandi, lex credendi.
Onder dit gesternte is de term ‘neutraal’, ‘knetterneutraal’ zelfs en de neiging dat te willen blijven, bedenkelijk geworden.
Ik roep een voorval van begin deze zomer in herinnering. De huidige Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma bleek niet welkom bij de Nationale Herdenking Slavernijverleden op 1 juli. ‘Slavernijgedram. Anti-blank racisme’ had hij de roep om excuses voor het slavernijverleden genoemd. Op de vraag die uitspraken terug te nemen, antwoordde hij dat hij dat vanuit zijn ‘nieuwe neutrale rol’ (als kamervoorzitter) niet kon doen…
In het pastoraat hebben we geleerd ‘meervoudig partijdig’ te zijn, in de openbare ruimte oefenen we om ‘actief pluraal’ te worden. Het zijn echo’s van wat Hannah Arendt ons voorhield, het concept van een ‘uitgebreide mentaliteit’: breng jezelf bij dat je je verplaatst in de ervaringen van een ander. Het uitbreiden van je geest zal je oordeelsvermogen vergroten.
Het citaat van Habermas is te vinden in Rowan Williams, Geloof in de publieke ruimte, Vught 2013, blz. 123.
drs. Klaas Touwen