- Versie
- Downloaden 12
- Bestandsgrootte 102.10 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 17 augustus 2021
- Laatst geüpdatet 17 augustus 2021
4 oktober 2021
Heilige Franciscus
De zaak Dreyfus
Het is al meer dan honderd jaar geleden dat Emile Zola in het Parijse dagblad L’Aurore zijn beroemd pamflet J’accuse liet verschijnen (13 januari 1898). Hierin nam hij de verdediging van de joodse officier Dreyfus op zich en tegelijk ging hij in tegen de publieke sfeer van zondebokmechanisme, racisme, nationalisme en alle complexe gevoelens die daarmee gepaard gaan. Zijn pamflet is nog altijd actueel. Nu duikt de zaak op rond termen als ‘identiteit’ en ‘grenzen’. De kern van het probleem werd ooit scherp geformuleerd door Claudio Magris: ‘Het is de taak van de politici grenzen tussen staten duidelijk vast te leggen en de taak van de intellectuelen die grenzen in de geest en het hart open te houden om te voorkomen dat die grenzen de mensen verdelen en een bloeddorstige obsessie worden.’ Uiteraard niet alleen de taak van de intellectuelen. Het citaat geeft wel goed weer waar de kern van de zaak ligt: het spanningsveld tussen grenzen en tegelijk openheid. Grenzen omschrijven onze identiteit en zijn daarom zwaar affectief beladen. Zonder eigen identiteit, d.i. zonder afbakeningen kan immers niemand leven. Die afbakeningen roepen wel narcisme en verdedigingsmechanismen op, en in de lijn daarvan zeer emotioneel beladen reacties als nationalisme, racisme, zondebokmechanisme... Openheid over de grenzen heen is daarom nooit spontaan. Dat onderstreept het citaat ook duidelijk. Grenzen moeten in hart en geest open gehouden worden. Wij zouden zelfs zeggen: open gemaakt worden.
Franciscus van Assisi
Magris spreekt over de taak van de intellectuelen. Wat is hier de taak van de godsdienst? Van het christendom? Hier moeten wij als christenen zeer nederig en bescheiden blijven. De geschiedenis pleit tegen ons. Gelukkig zijn er uitzonderingen en het is meestal in de uitzonderingen dat de verborgen kracht eventjes zichtbaar wordt. Die uitzonderingen moeten we daarom blijven gedenken als iets kostbaars in ons midden en als inspiratiebron voor de toekomst. We denken hier zeer concreet aan Franciscus van Assisi. Hij is opgegroeid in een sfeer van ‘verleggen’ en ‘verdedigen’ van de grenzen. Enthousiast is hij gestapt in de emotionele oproep tot expansie van de steden, waarbij men poogde de grenzen te verleggen, niet te openen. Het ging om uitbreiding van de macht, dus om eigen identiteit te versterken. Enthousiast is hij eveneens gestapt in de emotionele kruistochtpropaganda om de ‘grenzen’ van de christenheid te verdedigen. In 1205 is hij mee opgetrokken naar Apulië om het zuiden van Italië vrij te maken voor een eventueel vertrek van de kruistocht vanuit Bari. Slechts één dag heeft voor hem die tocht geduurd. In Spoleto gebeurt er iets vreemds met hem. Hij krijgt er een droom en hoort een stem die hem vraagt: ‘Franciscus, wie is er eigenlijk in staat je meer te geven, de heer of de knecht? Waarom laat je dan de Heer in de steek voor de knecht en veronachtzaam je de Koning voor de onderdaan?’ Deze vraag gooit hem uit zijn spontaneïteit. Hier botst hij op het ogenblik van ‘kiezen’ in zijn leven. Het besef dringt tot hem door dat hij zich tot nu toe heeft laten leiden door de stemmen van ‘knechten’ en ‘onderdanen’, ook al waren die dan paus of koning of keizer. Hij wordt gedreven naar de diepste kern van zijn geweten, daar waar het goddelijke en het menselijke elkaar in de diepste intimiteit ontmoeten.
Die ontmoeting ontheemt hem, want opeens kan hij niet meer verder. Als ‘vreemdeling’ keerde hij terug en was niet meer welkom in eigen stad en eigen familie. Hij vestigde zich bij het kerkje San Damiano. Maar als vreemdeling begon hij zich langzaam verwant te voelen aan Jezus van Nazaret, die ook was uitgestoten geworden door de emoties van de samenleving van zijn tijd. En wel omdat Hij grenzen in hart en geest wilde openen. Hij kwam op voor misdeelden, tollenaars, zondaars, zieken, vrouwen, zelfs voor vrouwen in heidens gebied. Jezus vertegenwoordigde de grenzeloosheid van God zelf, die als Vader het laat regenen over goeden en kwaden, die het onderscheid van ‘wij’ en ‘zij’ niet kent, maar iedereen als zijn kinderen ziet. Langzaam heeft Franciscus zich als ontheemde die grenzeloosheid eigen gemaakt. Tegen emoties, uitstoting en propaganda in heeft hij de vrede verkondigd, de vrede in steden die verscheurd werden door burgeroorlogen, de vrede tussen uitgesloten melaatsen en de stad, de vrede tussen moslims en christenen. Daarvoor is hij zelfs afgereisd naar de vijfde kruistocht (1219) en heeft hij de sultan Melekh-el-Khamel ontmoet.
Hij heeft zelfs een bijbelse vredesstrategie ontwikkeld en die aan zijn broeders geleerd. De kern van die strategie komt hierop neer: nooit spelen op de grenzen of verschillen, want dan roep je verdedigingsreflexen wakker, maar spelen op wat nu reeds verbindt. Zo sprak hij bijvoorbeeld iedereen aan met ‘broeder’, ook de sultan, want beiden geloofden toch in dezelfde God? Nooit wilde hij twistgesprekken beginnen, want dan speel je op de verschillen en op ‘gelijk’ of ‘ongelijk’. Hij wilde een relatie uitbouwen van gastvrijheid, waarbij de broeders als zwakkeren gastvrijheid moesten vragen aan de gastheren, de moslims. Hij geloofde in de kracht van die bijbelse gastvrijheid, die diepe gevoelens van eerbied en verbondenheid wakker roepen in plaats van bedreiging en verdedigingsreflexen.
Een christelijke keuze en de openbaring van de Grenzeloze
We spreken hier heel bewust van diepe gevoelens. Die staan tegenover de spontane emoties. Heel de vraag is: hoe lok je mensen uit die spontane sterke emoties, die verband houden met identiteit, naar hun diepere gevoelens van eerbied en gastvrijheid over grenzen heen? Laten we duidelijk zijn. Zulke eerbied en gastvrijheid is nooit een spontane reactie. Dat gebeurt in een bewuste keuze. Bovendien kan het christendom ons daartoe op een bijzondere manier lokken, want in zulke gastvrijheid openbaart zich God. Daarvan getuigt Franciscus. Wel moest hij eerst ontheemd worden. Dan kreeg hij toegang tot de rijke wereld van verbondenheid en vrijheid over de grenzen heen. In die ontheemding leerde hij de grenzeloze God kennen zoals Jezus van Nazaret ons Hem heeft geopenbaard. In die christelijke keuze groeide Franciscus naar de kern toe van het christendom en naar het mysterie van God zelf.
Dat is dan ook voor ons de uitdaging in deze wereld en deze tijd, waar identiteit, afbakeningen en grenzen het denken dreigen te overheersen. We moeten dan ook durven het avontuur aan te gaan van ontheemding uit onze spontane emoties om in de kern van onze persoon tegelijk de kern van het christendom te ontdekken, namelijk God die zich als Grenzeloze aan ons heeft geopenbaard en slechts in die grenzeloosheid de ware God kan zijn.
André Jansen OFM