- Versie
- Downloaden 82
- Bestandsgrootte 216.35 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 12 oktober 2020
- Laatst geüpdatet 18 januari 2021
27 december 2020
Heilige familie, Jezus, Maria, Jozef
Lezingen: Sir. 3,2-6.12-14; Ps. 128; Kol. 3,12-21; Luc. 2,22-40 (B-jaar)
Inleiding
Het feest van de Heilige Familie is in 1893 door paus Leo XIII ingesteld; om de verloedering van het huwelijks- en gezinsleven tegen te gaan werd het gezinsleven van de Heilige Familie ten voorbeeld gesteld.
Geschriftenlezing: Sirach 3,1-17
In de tijd dat het Hellenisme een grote invloed heeft en daardoor de identiteit van de Joden gevaar loopt (190-167; beelden in de tempel, afschaffen van sabbat en besnijdenis en van het verbod op het eten van varkensvlees, etc.) nodigt de Torageleerde Jezus, zoon van Sirach (38,24–39,11) de onwetenden uit om naar het Leerhuis (Beth-midrasj) te komen en daar te lernen (51,23-30). Hij is goed thuis in Tora, Profeten en Geschriften (Woord vooraf; 24,23-34; 39,1-11) en interpreteert in zijn boek deze voor zijn tijdgenoten om lering en (ervarings)wijsheid te verschaffen. Hij wil zijn leerlingen er toe brengen om te leven vanuit eerbied voor de Eeuwige, want dat is het begin(sel) van alle wijsheid (1,26v; Spr. 1,7). Dit ontzag voor God dient concreet gestalte te krijgen in het bewandelen van Gods wegen.
De kleinzoon vertaalt het boek van zijn grootvader Jezus vanuit het Hebreeuws in het Grieks (132 vChr.), opdat ook zij die het Hebreeuws niet machtig zijn, zich door deze (Tora)wijsheid kunnen laten inspireren en zo kunnen leven aan de hand van de Tora (vgl. Ps. 1).
Het programma van Jezus ben Sirach in zijn Leerhuis is: ‘Verlang je naar wijsheid, leef dan de opdrachten na, en de Heer zal je haar schenken. Ontzag voor de Heer bestaat uit wijsheid en vorming, trouw en zachtmoedigheid zijn hem welgevallig’ (1,26v). Het gaat hierbij om ambachtelijke ervaringswijsheid die men verkrijgt door getrouw en nederig, in alle eenvoud te leven aan de hand van de Tora. En die je geschonken wordt. Zo heeft men ontzag voor de Heer!
Volgens Spreuken 1,7 is Het begin van alle kennis ontzag voor jhwh. In deze traditie staat Jezus ben Sirach. Wat wordt met vreze des Heren/ontzag voor jhwh bedoeld?
De God van Abraham en van Sara heeft deze wereld met de maat van barmhartigheid en gerechtigheid geschapen (Gen. 1,1–2,4a, 4b: JHWH Elohim, opdat er te leven valt op onze zuster moeder aarde. Hij heeft de mens in zijn beeld geschapen om zijn bondgenoot te zijn bij het voltooien van de schepping. In liefde heeft JHWH zich met zijn volk verbonden: Op die dag sluit ik een liefdesverbond met jou, mijn volk Israël: Ik trouw met jou voor altijd, Ik trouw met jou in recht en gerechtigheid, in goedheid en erbarming, Ik trouw met jou in onverbrekelijke trouw: zo zul jij Mij, de Barmhartige, in liefde (er)kennen! (Hos. 2,20vv; Jes. 54,4-10). Met zijn Naam staat JHWH voor zijn mensen in. Als geliefde van God wordt Israël uitgenodigd om ook voor hem in te staan en hem lief te hebben in trouw, gerechtigheid en barmhartigheid. Ook al zijn God en mensen niet gelijk, zij zijn wel gelijkwaardige bondgenoten in liefdesverbondenheid. Bruidegom God vraagt niet van zijn volk dat het hem vreest: Wees niet bang: Ik ben bij jou; wees niet bevreesd: Ik ben je God; Ik geef je kracht, Ik kom je zeker te hulp; Ik grijp je met mijn reddende hand! (Jes. 41,10). Want liefde bant de vrees uit. God vraagt van zijn volk dat het ontzag voor hem heeft, hem de ruimte geeft om God (heilig) te zijn, zodat hij God-met-ons kan zijn. Ontzag heeft te maken met verwondering en ootmoed en gaat samen met liefde en vreugde. Dankzij eerbied/schroom weet Israël dat God de schepper is, dat alle mensen zijn schepselen zijn en dat hij groter is dan het menselijke hart. Door ontzag voor JHWH te koesteren en hem te eerbiedigen, hoeven mensen geen angst voor hem te hebben. Ontzag is het tegendeel van vrees: De Barmhartige is mijn licht, mijn heil, voor wie zou ik vrezen?’ (Ps. 27,1).
Vanuit deze ervaring doet Jezus ben Sirach een appel op zijn lezers. In onze perikoop (3,1-16) geeft hij commentaar op het Vijfde Woord uit de decaloog, dat gaat over de eerbied voor je ouders (Ex. 20,12; Deut. 5,16); hij herleest het en interpreteert het voor zijn tijdgenoten.
In 1,1–2,18 heeft Jezus ben Sirach zijn programma ontvouwd: Alle wijsheid komt van de Heer, en de vreze des Heren is het begin van de wijsheid. De vreze des Heren en de omgang van mensen onderling hangen voor Jezus ben Sirach met elkaar samen. Het eren van ouders is een vorm van ontzag voor de Heer.
Jezus ben Sirach geeft een halachische schriftinterpretatie van Exodus 20,2.12, zonder er rechtstreeks naar te verwijzen. Maar we kijken eerst naar de tekst zelf in Exodus:
‘Ik ben JHWH, jullie God,
die jullie heeft weggeleid
uit het land Egypte, uit het slavenhuis.
Jullie zullen je vader en je moeder gewicht geven,
opdat zich verlengen jullie dagen
op de grond die JHWH, jullie God, jullie gegeven heeft.
Als Bevrijder spreekt God tot zijn volk Israël (20,1v) en hij doet een dringend appel op Israël om bij hem te blijven; alleen in verbondenheid met hem kunnen de Tien Woorden bevrijdend worden uitgelegd.
Dit vijfde Woord is en wordt veel misbruikt. Je moet je ouders, de overheid (vgl. Rom. 13), kerkelijke overheden enz. gehoorzamen. Hun gezag komt van God, wat zij zeggen is Gods wil, waarover niet te discussiëren valt: Befehl is Befehl!
Natuurwet en de status quo heilig verklaren (b)lijkt echter niet de bedoeling te zijn. Dit vijfde Woord heeft een vernieuwende spits. Aan het onderhouden ervan is een belofte verbonden: lang leven in het goede land. Er wordt aan de Israëlieten toekomst geschonken. Het gaat om de continuïteit van het door JHWH bevrijde bestaan. Slaaf blijven óf leven in de vrijheid waarin de God van Israël zich heeft laten kennen, staan hier op het spel.
En dit is nu precies het gewicht (kabod) dat de ouders in de schaal werpen. Zij weten wat het betekent om niet meer slaaf te zijn. Zij weten wat het is om met de Bevrijder op weg te zijn, op de bonnefooi (vgl. Gen. 12,1-3), naar een veelbelovend land, nieuwe menselijke verhoudingen, waarin de een niet langer over de ander heerst. Op dát gebeuren, in hun leven geschied, zijn zij aanspreekbaar. Dat is het gewicht dat zij meebrengen voor een nieuwe generatie, voor de toekomst (vgl. Ps. 78,1-8). Wat God als leven mogelijk maakt dient zichtbaar te worden in het leven van vader en moeder. De overvloed van de bevrijding uit Egypte neemt gestalte aan in het leven van de (voor)ouders. Tot het bewijzen van die dienst worden zij geroepen voor het (voort)leven van het volgende geslacht. Opdat JHWH, de Bevrijder, dezelfde zal zijn van geslacht op geslacht. Dáárop mogen de kinderen hun ouders aanspreken: dat zij van die bevrijding in woord en daad getuigenis afleggen, in hun handel en wandel, hun manier van leven, de weg die zij gaan in de samenleving en ten opzichte van elkaar en hun kinderen. Als kinderen dat doen, dan is dat een zeer overtuigend teken hoezeer zij door het leven van hun ouders op het spoor van de God van Abraham en van Sara zijn gezet. Groter gewicht (heerlijkheid/glorie/eer) kun je je ouders niet toekennen, dan ze op iets aan te spreken, waarin zij zelf je zijn voorgegaan: leven vanuit het bevrijdende handelen van God. Uiteindelijk staan niet de ouders centraal in dit Vijfde Woord (van de Eerste tafel), maar God zelf. Je beroept je uiteindelijk op God, die zich in de geschiedenis van zijn volk manifesteert en verhalenderwijs aan het licht komt. Op ouders en kinderen wordt een beroep gedaan om als broeders en zusters te staan in het verbond van God met de mensen en daarvan getuigenis af te leggen, met het oog op lang leven in het goede land (Mar. 3,35; Mat. 23,9; Jes. 56,1-8).
Na zijn oproep tot eerbied voor God roept Jezus Sirach op tot eerbied voor de ouders (3,1-16), want die twee horen volgens hem bij elkaar. Wie ontzag heeft voor de Barmhartige zal ook ontzag hebben voor zijn vader en moeder (3,2). Het ‘eren’ van de ouders is een vorm van ontzag voor JHWH, een vorm van Gods-vrucht, van Gods-dienst. Het centrale vers in onze perikoop is vers 7: Wie ontzag heeft voor de Heer eert zijn vader en dient zijn ouders zoals hij een meester dient! Het is opvallend dat moeder en vader op gelijkwaardige wijze ter sprake komen.
Als je gewicht geeft aan je vader en je moeder vind je vreugde in je kinderen en leid je een gezegend leven.
Het is vanzelfsprekend dat je voor je ouders goed en met liefde zorgt als zij oud zijn en hun verstand kwijt raken.
Brievenlezing: Kolossenzen 3,12-21
Zie: H.M.J. Janssen, ‘De brief aan de Kolossenzen. Cirkelen rond het mysterie’, in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), In naam van Paulus, Vught 2015, 38-46
Evangelielezing: Lucas 2,22-40
Jozef stamt uit het Huis van David en Maria is verwant aan de priesterfamilie van Aäron. Zij zijn rechtvaardigen in de ogen van God en zullen wel volgens de familiespiritualiteit van Jezus Ben Sirach (3,1-16) geleefd hebben. Één week na de geboorte van het kind van Maria en Jozef wordt het besneden en opgenomen in het verbond met God en wordt over hem de naam Jezus (=JHWH bevrijdt) uitgeroepen (door Maria, 1,31 of door God?), wordt hij dus echt geboren (1,21). Besnijdenis, naamgeving, reiniging en opdracht horen bij elkaar (1,21-40).
Toen de tijd daarvoor was aangebroken gaan Jozef en Maria met Jezus naar de tempel van Jeruzalem om zich rein te laten verklaren en hun eerstgeborene aan de Heer toe te wijden.
Daar in de tempel is de rechtvaardige Simeon, die vervuld is van de heilige Geest. Hij neemt Jezus van zijn ouders over in zijn armen en zegent en prijst God. Simeon leeft vanuit de verwachting van de vertroosting van Israël en God houdt zich aan zijn belofte dat Simeon niet zal sterven voordat hij de Messias van de Heer zou hebben gezien.
In zijn lofzang bezingt Simeon het levensprogramma van Jezus: Gods heil en redding komen in hem aan het licht: licht voor alle heidenen en eer voor het volk Israël.
De woorden van Simeon verbazen de vader en moeder van Jezus; Simeon zegent hen (2,25-33).
Tot Maria zegt Simeon: Het programma van Jezus is omstreden: een teken van val en van opstanding van Israël. Het nodigt uit om te kiezen tussen leven en dood. Dit zal haar als moeder zeer raken.
Lucas besteedt niet alleen veel aandacht aan de heilige Geest en gebed, maar ook aan de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Na Simeon komt ook de bejaarde profetes Hanna
God danken voor de jongen, spreekt over hem en zegent hem (2,36-39).
Thuisgekomen in Nazaret in Galilea groeit Jezus op in een a-typisch gezin in de geest van Jezus Sirach. Gods genade rust op hem, hij wordt sterk en wordt begiftigd met wijsheid.
Een kind
Een kind loopt langs de wegen,
het is een timmermanskind,
het komt veel mensen tegen,
het heeft veel tegenwind.
Het loopt met beitel en hamer
vriendelijk van huis tot huis
en biedt voor elke kamer
een gloednieuw, glanzend kruis.
Maar de deuren blijven gesloten,
men is van alles voorzien,
van stofzuigers, radio, loten,
een kruis en een naaimachien.
Een kind loopt langs de wegen,
het is een timmermanskind,
het komt veel mensen tegen,
het heeft veel tegenwind.
(Gabriël Smit)
Literatuur
Barton, De Bijbel, Amsterdam 2019
Beentjes, De wijsheid van Jezus Sirach, Budel 2006
Smit, Het verhaal van Lucas, Zoetermeer 2009
Welzen, Lucas, ’s-Hertogenbosch/Leuven 2011
Preekvoorbeeld
Vandaag horen we dat Jozef, Maria en Jezus een Heilige Familie worden genoemd. Wat hebben die ouders gedaan dat ze ons ten voorbeeld worden gesteld? Hoe heilzaam is het gezin waar jij uit voorkomt voor jou geweest? Of juist niet? Op dit feest van de Heilige Familie mogen we ons hierover laten gezeggen door de Schrift.
Deze zondag na Kerstmis gedenken we over de naamgeving, besnijdenis en opdracht van het kind uit de kribbe. Hij krijgt de naam ‘God bevrijdt’, Jezus. We mogen ons afvragen hoe dit kind ons zal bevrijden, hier en nu. Waaruit zoeken wij bevrijding?
Bevrijding uit onze vooroordelen? Bevrijding uit armoede? Bevrijding van het onrecht dat kinderen wordt aangedaan omdat ze in een vluchtelingenkamp moeten leven? Bevrijding uit het verdriet van isolement van sommige ouderen?
Zo’n 130 jaar geleden was er veel armoede onder de arbeiders en in de achterbuurten van onze steden. Kinderen leden honger, gezinnen verloederden. Daarom maakte de paus van deze zondag na Kerstmis het feest van de Heilige Familie. Hij stelde het gezin van Jozef, Maria en Jezus als voorbeeld om aan vast te houden.
Hoe kan dit gezin ons inspireren om te zoeken naar wegen die ons bevrijden?
Deze familie is eigenlijk helemaal geen normaal gezin! De moeder was al in verwachting, de vader zwijgt en het kind gaat al vroeg eigen wegen. Als ze op de achtste dag het kind naar de tempel brengen neemt de oude Simeon het kindje in zijn armen en ziet dat in dit kind Gods redding aan het licht zal komen. Maar tegen Maria zegt hij dat haar zoon omstreden zal zijn, teken van val en opstanding van Israël. Een nog oudere vrouw, Hanna, van boven de honderd jaar, ze was al 84 jaar weduwe, zegent dan het kind met het oog op de bevrijding van Jeruzalem. Dit bijzondere gezin herbergt dus een bijzonder kind, dat opgroeit in de geest van de Tora, want er staat in het evangelie: Gods genade rust op hem en hij groeit op in wijsheid.
Is dit het houvast dat ons geboden wordt, dat ook wij kunnen groeien in wijsheid?
De Tora leert dat eerbied voor de Eeuwige het begin is van alle wijsheid. Eerbied voor de Eeuwige betekent niet dat je bang bent, maar wel dat je verbonden bent met de Ene. Eerbied toon je door eer te brengen. We kunnen de Eeuwige eren door zijn wegen te gaan. Wegen van trouw en zachtmoedigheid.
We hoorden in de eerste lezing dat een van die wegen is Het eren van je ouders, door je vader en moeder te eren, eer je God. Dit vijfde gebod, dit vijfde woord werd veel misbruikt om gehoorzaamheid af te dwingen.
Dat was niet de bedoeling van de tien woorden. Er staat letterlijk: ‘Jullie zullen je vader en moeder gewicht geven, opdat jullie lang leven in het goede land. Waarom zou je ouders eren en gewicht geven? Omdat ze jouw leven hebben gewild en mogelijk gemaakt? Omdat ze je met liefde en trouw hebben omringd? Maar dat is niet vanzelfsprekend.
Hoe kun je jouw vader eren als hij gewelddadig was in het gezin? Hoe kun je jouw moeder eren als ze jou moest afstaan aan de kinderbescherming? Hoe kun je jouw ouders eren als je bent gaan inzien dat ze racistisch zijn of foute politieke keuzes maakten?
Ieder kent wel momenten dat je door je ouders werd gekrenkt. Maar het blijven je ouders. Je hoeft hun fouten niet goed te praten, maar het is wel belangrijk dat je eerlijk naar hen kijkt en hen eert zoals ze zijn. Het gaat om respect, oog hebben voor wat hen beweegt en waarvan ze leven, oog hebben voor hun waardigheid. Dat is wat anders dan ouderen laten vereenzamen in geïsoleerde tehuizen. Je zult ze de eer en het gewicht geven dat hun tot het einde toekomt.
Dat is niet het gewicht dat ze zichzelf hebben toegeëigend, maar het gewicht dat ze van God gekregen hebben. Er zijn twee kanten aan dit vijfde woord. De kant voor de jongeren: Neem de generatie vóór jou serieus, want God heeft een geschiedenis met hen gehad, een geschiedenis van vallen en opstaan. Denk niet dat de wereld bij jou begint. De kant voor de ouderen: Wees eer waard! Wees bereid te luisteren en te leren, dan heb je ook echt wat te zeggen.
Laten we nog kijken naar de ouders van Jezus. Het gewicht dat de ouders van Jezus inbrengen is dat ze vertrouwen op de Eeuwige, het gewicht dat de generaties van voor Jezus inbrengen is dat ze bevrijding hebben ervaren toen ze slaaf waren, dat ze op weg durfden gaan naar een veelbelovend land. In zijn familie is hij op het spoor gezet van God die bevrijdt.
Voor ons betekent dit voorbeeld dat wij bij onze ouders mogen beluisteren, hoe zij getuigen van hun hoop op bevrijding, wat hun diepste beweegredenen zijn. En hoe wij verbonden zijn met een mensengemeenschap wereldwijd, breder dan alle bloedbanden, ingebed in een mensenfamilie die gedragen wordt door Gods bezorgdheid voor het welzijn van mensen.
Als we zo gewicht geven aan onze ouders, groeien we in wijsheid en vinden we ook vreugde in onze kinderen.
inleiding Henk Janssen OFM
preekvoorbeeld drs. Paulus van Mansfeld