7e zondag dhj, C jaar, 23-2-2025

By 28 november 2024 No Comments
[featured_image]
Downloaden
Download is available until [expire_date]
  • Versie
  • Downloaden 8
  • Bestandsgrootte 196.29 KB
  • Aantal bestanden 1
  • Datum plaatsing 28 november 2024
  • Laatst geüpdatet 28 november 2024

7e zondag dhj, C jaar, 23-2-2025

23 februari 2025
Zevende zondag door het jaar

Lezingen: 1 Sam. 26,2.7-9.12-13.22-23; Ps. 103; 1 Kor. 15,45-49; Luc. 6,27-38

 

Inleiding

1 Samuel 26, 2.7-9.12-13.22-23
Koning Saul zat achter zijn mogelijke rivaal David aan. In deze Schriftlezing worden de rollen omgekeerd. Degene die vervolgd wordt, David, krijgt zijn vervolger, Saul, weerloos in handen. David echter grijpt die kans niet aan. Wij zouden dat tegenwoordig ‘edelmoedig’ noemen. David zelf noemt zijn manier van doen ‘gerechtigheid’ en ‘trouw’ (v. 23).
Dat zijn twee sleutelbegrippen in de ethiek van het Oude Testament. De Bijbel in Gewone Taal (2014) vertaalt die twee woorden met ‘eerlijkheid’ en ‘trouw’. Wellicht is ‘fatsoen’ en ‘standvastigheid’ een goed alternatief. Deze laatste term leeft in christelijke kring voort als ‘(geloofs)trouw’. Van ‘vijandsliefde’ is hier niet uitdrukkelijk sprake. Daarvoor moet je vooral bij Jezus zijn in het Nieuwe Testament.

1 Korintiërs 15,45-49
Zie: H.M.J. Janssen ofm, ‘1 Korintiërs. De apostel Paulus, een bewogen apostel’ in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), Paulus zelf, Vught 2014, 20162, 41-56

Lucas 6,27-38
Onze evangelielezing gaat over de vraag hoe de leerlingen de weg van Jezus kunnen volgen. Het antwoord luidt: door middel van een nieuwe houding tegenover de medemens. Het meest opvallende is het advies van ‘het toekeren van je andere wang naar degene die je slaat’. De Joodse (!) nieuwtestamenticus Pinchas Lapide (1922-1997) noemt deze zin ‘de climax van de Bergrede’. Vandaar dat we ons hierop concentreren.

De gebruikelijke uitleg vertelt ons dat dit ‘toekeren van de andere wang’ dient om aan je vijand de kans te geven tot inkeer te komen en zijn agressie te overwinnen. Die ander moet er door tot bezinning gebracht worden. Daartoe zouden ook de concrete voorbeelden over diefstal van het bovenkleed en het gaan van de extra mijl kunnen helpen. Er is hier echter méér aan uitleg te melden: ‘Méér dan het gewone’ (Mat. 5,47) of liever ‘Anders dan het gewone’.

Het gaat hier niet over geboden die je te allen tijde precies zó letterlijk moet onderhouden. Het zijn praktische adviezen voor een geesteshouding, een geestelijke rompstand. Al naargelang de omstandigheden krijgen die telkens een andere invulling.

Jezus zelf protesteerde immers tegen de dienaar die Hem tijdens het verhoor door de hogepriester in het gezicht sloeg: ‘Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?’ (Joh. 18,23). Het is duidelijk: Jezus laat niet over zich héén lopen.

De apostel Paulus blijkt als Romeins staatsburger niet minder op zijn strepen te staan in Handelingen 16,37. Hij eist dat de stadsbestuurders hoogst persoonlijk komen om hem met alle égards uit de gevangenis vrij te laten. Paulus laat zich daarvoor niet in het geheim met een paar knechtjes afschepen.

Ook is de heilige Paulus, als hij terecht staat voor het Sanhedrin, bepaald niet op zijn mondje gevallen. Hij vervloekt degenen die hem op zijn gezicht slaan. Handelingen 23,2v vermeldt: ‘Ananias, de hogepriester, gaf degenen die naast hem stonden opdracht hem op zijn mond te slaan’. Daarop zei Paulus tegen hem: ‘God zal ú slaan, huichelaar! U zit daar om volgens de wet recht over mij te spreken, en toch overtreedt u zelf de wet door bevel te geven mij te slaan?’

Het gaat in onze evangelielezing om handelingsmodellen met een schokeffect dat bereikt wil worden door die opvallende, overdreven sterke bewoordingen.

Dit geldt ook van je rechteroog uitrukken en je rechterhand afhakken als die je tot zonde verleiden (Mat. 18,8v). Volgens de eerste kerkhistoricus, de bisschop van Caesarea Eusebius (circa 263-339) nam theoloog Origenes (185-253) de tekst van Matteüs 19,12 wél letterlijk ter harte om zijn seksuele problemen op te lossen. Hij sloeg de hand aan zichzelf en castreerde zich. (Dit is een drastische sanatio in radice, ‘genezing in de wortel’. (Dit is een term uit het kerkelijke huwelijksrecht om een onregelmatigheid uit de weg te ruimen).
Nou, deze fundamentalistische uitleg van Origenes was echt niet de bedoeling van Jezus.

De diepere strekking van het voorbeeld van het toekeren van de andere wang kunnen we zo samenvatten: ‘Laat je mentaliteit, je gezindheid, niet bepálen door je tegenstander of door het gedrag van je vijand’.

Een concrete invulling van ‘het toekeren van de andere wang’ doet zich vóór als jij in je gezicht geslagen wordt ómdat jij Jezus als de Messias belijdt. Dit zou een ritueel gebaar zijn om de excommunicatie uit de joodse gemeenschap kracht bij te zetten (das Wort vom Ketzerschlag, Joachim Jeremias [1900-1979]).

Die klap in je gezicht was niet zozeer bedoeld om je fysieke pijn te bezorgen. Het was een slag met de achterkant van de hand als teken van ultieme verachting. Tegenwoordig is dit gebaar in het Nabije Oosten nog steeds een vorm van uiterste belediging.

Door geheel onverwacht je andere wang toe te keren, kun je laten zien dat jij standvastig in je geloofsovertuiging blijft dat Jezus de Gezalfde Gods is. Het schijnt dat Lucas hier steunt op Jesaja 50,6. De profeet Jesaja zegt: ‘Ik heb mijn rug blootgesteld aan mijn folteraars, wie mij de baard uittrokken, bood ik mijn wangen aan. Ik heb mijn gezicht niet verborgen toen ze mij beschimpten en bespuwden’. Lucas wil zeggen: de volgelingen van Jezus staat het lot van de profeten te wachten.

Voorbeelden van gelovigen die in dit geseculariseerde Europa als ‘watjes’ behandeld worden, zijn gemakkelijk te vinden. Gelieve die zelf in te vullen.

Als je bovenstaande woorden van Jezus niet letterlijk hoeft te nemen, dan betekent dat niet dat deze evangelietekst eigenlijk niet zo serieus bedoeld is. Jezus doet hiermee wel degelijk een ernstig beroep op jouw creativiteit bij het vertalen van die evangelische geesteshouding naar jouw concrete situatie.

Kort en goed komt het woord van de Heer hierop neer: ‘Handel niet vanuit het weegschaalmodel’. Hiermee bedoelen we een ouderwetse weegschaal met ‘twee armen’ waarop dingen en gewichten in evenwicht gebracht worden. Dat weegschaalmodel betekent: ‘Jij doet me dít aan, dan doe ik jou dát aan’.

Jezus zegt: ‘Dat juridische weegschaalmodel leidt tot niets, brengt jou en de maatschappij niet verder’. Het gaat Jezus om die éne onderliggende centrale vraag: Geven wij bij alle wezenlijke beslissingen in ons leven prioriteit aan ‘het zoeken van het koninkrijk van God?’ Dat wil zeggen: ‘Hoe dragen wij bij aan de verwerkelijking van ‘Gods Nieuwe Wereld’?’

‘Is het een verdienste als je lief hebt wie jullie lief hebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben’ (vers 32). Waar het gaat over positief goed doen laat Jezus ‘het weegschaalmodel’ lós. Belangrijk is hier het juiste begrip van de Bijbelse term ‘liefhebben’. In de heilige Schrift betekent ‘liefhebben’ niet steeds een gevoelige genegenheid er op na houden, niet noodzakelijk het koesteren van warme gevoelens. Die kun je niet bevelen of afdwingen.

Het betekent wél: positieve aandacht aan de ander besteden, de ander tot zijn/haar recht laten komen, de belangen van de ander behartigen. Je hoeft dus je vijand niet te knuffelen. Zelfs verliefde hedendaagse Romeinen raken nu nog, óók de kern van de liefde die Jezus preekt, als zij in graffiti op muren schrijven: Anna, ti voglio bene (letterlijk: ‘Anna, ik wil goeds voor jou’). In dit vers 32 en volgende schildert Jezus ons een totaal ánder leefpatroon dan de ‘heidenen’ in Zijn wereld er op na hielden. Jezus was ánders dan veel van zijn tijdgenoten. Hij zegt: ‘Wacht niet af. Als jij begint met geven zal de ander niet achterblijven, zal de ander zich niet laten kénnen’.

 

Preekvoorbeeld

Het zijn stevige evangeliewoorden die we vandaag te horen krijgen: ‘Bemin je vijanden’ en ‘Als je geslagen wordt ook je andere wang toekeren’. Het zijn wereldberoemde uitspraken van Jezus geworden en ze hebben, de eeuwen door, ook zeker de gemoederen beziggehouden. Hoe uitdagend en actueel ze zijn voelen we in onze dagen met dreigingen en wapengekletter op teveel plekken op onze aarde weer opnieuw aan den lijve. Je kan denk ik ook gerust zeggen dat om uitingen als deze en de houding die erbij hoort, het christendom in de wereldgeschiedenis zowel hemelhoog wordt geprezen als verguisd en afgewezen.

De vredesduiven smullen ervan en bejubelen de ethiek die begint te denken vanuit de ander, de mens tegenover je, en je verbondenheid met haar of hem en met de hele wereld.

Maar de verbale spierballen, de mannetjesputters, de haviken en machtsdenkers kunnen er niets mee en spreken smalend over een geloof voor watjes en losers. En ik zou ook niet graag de kerkgangers en de mensen die zich gelovig noemen de kost geven die hier niets van moeten hebben, nu niet en de hele traditie door – dat laten de wereldgeschiedenis en de kerkhistorie wel zien.

En wat dachten of voelden we vandaag zelf toen we het weer hoorden?... Dik kans dat dat ergens zat tussen ‘best mooi maar wel een heel hoog ideaal’ tot ‘onhaalbaar en niet-realistisch, gebruik je gezonde verstand’.

Toch komen die woorden van Jezus op ons af en als zijn gemeenschap die Hem na wil volgen, en gelooft dat zíjn weg zin heeft en leven geeft, zullen we er iets mee moeten…

Wat doet Jezus nu eigenlijk in dit stuk evangelie van Lucas dat de Veldrede wordt genoemd en dat je kan vergelijken met het gedeelte dat bij Matteüs als de Bergrede wordt betiteld? Het gaat dan om een pakket van spirituele adviezen en praktische leefregels die Jezus in de mond worden gelegd en die zijn volgelingen moeten kennen als ze met anderen in de jonge gemeente het spoor van Jezus willen volgen en voortzetten.

Wat Jezus hier behandelt zijn al die heel menselijke hobbels, schuurpunten en tekortkomingen die in het dagelijks omgaan van mensen met elkaar voortdurend ‘aan de orde’ zijn. We kennen ze wel. Het niet verder kijken dan je eigen kringetje. Het ‘eigen soort eerst’-denken. De ‘lik op stuk’ en ‘voor wat hoort wat…’-houding.

Wat Jezus onder de aandacht brengt is dat als we als mensen zo met elkaar blijven omgaan, dan schiet het niet op, dan kunnen we allemaal een leven in geluk, of zoals Jezus het noemt ‘het koninkrijk van God,’ op onze buik schrijven. De weg die Jezus uit onze alledaagse neigingen en impasse wijst, ligt, zoals ik het versta, in de zin die hij in dit evangeliegedeelte ook spreekt: ‘Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is’.

Hier neemt Jezus een wissel die mensen vrij maakt uit het kleinmenselijke denken en die er ander licht op laat schijnen. Als je je gaat realiseren dat jij als mens, alles, je bestaan, al je talenten en mogelijkheden en kansen geschonken krijgt; dat wat jij echt in je macht hebt en de omstandigheden die jij naar je hand kunt zetten en bepalen o zo schamel en futiel zijn (want dan gaat het over het merk koffie dat je koopt, de kleur van de auto, wel of geen witlof vandaag). Als dat tot je doordringt dan begin je kind van de Allerhoogste te zijn die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten. Dan ga je zien dat we als mensen allemaal in hetzelfde schuitje zitten en dus (als) zussen en broers zijn van elkaar en allemaal afhankelijk van God, die barmhartig is, eindeloos.

Dát is de kern van Jezus boodschap en zijn volgelingen roept hij op uit dit besef te leven en het voorbeeld te geven: ‘Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij ook hen behandelen’ – en geven wat je krijgt: barmhartigheid.

Hoe groots dat kan zijn mochten we even horen in het verhaal van David die Saul die aan de genade van David is overgeleverd, niet doodt. David misbruikt zijn macht niet, omdat hij God in het ‘spel’ betrokken heeft en weet dat ook hijzelf van genade leeft, al zit Saul hem genadeloos achterna. David doorbreekt de spiraal van geweld en vergelding en slaat een nieuwe weg in die toekomst is en licht.

Wij, geïnspireerd door het woord van Jezus, gelovigen, zoekers naar eeuwig leven, worden allemaal uitgenodigd initiatief te nemen. Doorbreek de cultuur van geweld, eigengewin, vergelding en dood – kies het leven…

De apostel Paulus is er in zijn woorden aan de gemeenteleden in Korinte best positief over dat het mensen kan lukken: zeker, we dragen allemaal het beeld van de aardse mens en die materie-kant hebben we met alle mensen gemeen – toch zal ieder die de Geest van Christus zoekt en in zich toelaat ook het beeld dragen van de hemelse Mens…

Hoe zou Zuid-Afrika er nu uitzien als Mandela en Tutu geen weet zouden hebben gehad van barmhartig zijn en niet vanuit die kracht gezocht zouden hebben naar oplossingen die ook recht konden doen aan de pijn die is geleden.

Voor het verder komen met veel grote en kleine problemen zal de barmhartige kijk en praktijk altijd nodig zijn.

Kan er in ons midden de kracht en de durf zijn om ‘zo barmhartig als God te zijn’, om onze vijanden lief te hebben, mensen te zegenen die niets met ons te maken willen hebben en om te bidden voor wie ons kwaad doen… want bedenken we ons… Als we ons mee laten sleuren door die al te menselijke neigingen en acties dreigen we die put te graven waar we zomaar zelf in kunnen vallen.


inleiding
dr. Jan Holman
preekvoorbeeld Gerard Martens