- Versie
- Downloaden 35
- Bestandsgrootte 299.14 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 26 september 2024
- Laatst geüpdatet 26 september 2024
4e zondag Advent, C jaar, 22-12-2024
22 december 2024
Vierde zondag van de Advent
Lezingen: Mi. 5,1-4a; Ps. 80; Heb. 10,5-10; Luc. 1,39-45
Inleiding
Micha 5,1-5
Sommige teksten zijn zo vaak gebruikt in de context van Advent en Kerstmis dat het moeite kost ze in hun eigen tijd te verstaan. Het gaat hier om de ballingschap van Israël in Babel, gesymboliseerd in een vrouw die moet baren en zal worden verbannen. Vandaaruit zal ze worden bevrijd. Diezelfde Vrouwe Sion zal het oordeel over de volkeren die Israël belagen, voltrekken zoals graan wordt gedorst op de dorsvloer.
In dat licht moet Micha 5 worden gelezen waar het gaat om een vorst die nog geboren moet worden en die, zoals de ideale koning David, uit Bethlehem zal komen. De vrouw die zwanger is verwijst tevens naar de barensweeën: een bekend beeld van de rampen die aan de vredestijd vooraf zullen gaan. Het is een soort Verelendung: de pijn van de barensweeën is een dieptepunt, maar kondigt tevens het nieuwe leven in vrede aan.
De Talmoed verwijst naar dit apocalyptische denken waar het zegt dat negen maanden duisternis de aarde zal bedekken, waarna de Messias komt! Uiteraard is dit apocalyptische denken gevaarlijk: het duidt rampen en oorlogen als voorboden van vrede aan (wat ze vaak niet zijn) en wijst in het heden het Kwaad aan als onverzoenlijke vijand die vernietigd moet worden (waardoor het Kwaad niet langer in zichzelf gezocht wordt). Niettemin is dit apocalyptische denken ook een denken vanuit hoop dat het goede nu verborgen is, maar uiteindelijk zal overwinnen.
Psalm 80
In deze psalm zien we de keerzijde van de hoop op vrede en verlossing: het zelfonderzoek vanuit de erkenning dat God zijn volk in duisternis laat. Zoals vaker in de bijbel worden rampen en onheil gezien als van God afkomstig. Het beeld van de wijngaard dat ons zo vertrouwd is uit nieuwtestamentische parabels, wordt ook hier ingezet als beeld van het volk Israël. God wordt er aan herinnerd dat Hijzelf het volk heeft bevrijd uit slavernij en als zodanig verplichtingen is aangegaan. Zoals een wijngaard zonder een omheining een prooi is voor plunderaars en wilde dieren, zo is het volk nu onbeschermd en belaagd door vijanden. God wordt op intieme wijze herinnerd aan zijn vaderlijke/moederlijke plicht: ‘Bekommer U om deze wijnstok, de stek die Uw hand heeft geplant, het kind dat U zelf hebt grootgebracht’ (Ps. 80,16).
Het licht van Gods gelaat zal de Godsverduistering doen verdwijnen en de mens zal de naam van God aanroepen. Kennelijk hoort het bij de Godsverduistering dat dat ook niet meer gebeurt.
Lucas 1,39-45
Het is opvallend hoezeer de aankondiging en geboorte van Jezus en van Johannes de Doper parallel lopen. Ook valt het Joodse coloriet op. Overigens, merk op dat Maria ‘zich haast’ naar het bergland: zij wil handelen in navolging van hetgeen de engel haar had aangekondigd (1,36). De twee zwangere vrouwen vormen een geliefd tafereel voor schilders: bij de schilder Pontormo raken de voeten van beide vrouwen zelfs de grond niet, zo groot is de blijdschap en jubel en zo lichamelijk hun extase.
De baby in de schoot van Elisabet deelt in die vreugde: hij springt op in haar schoot. Het tafereel is mysterieus en tegelijkertijd door en door menselijk.
Elisabet woonde niet in Jeruzalem. We weten dat priesters zoals Zacharias niet permanent in dienst waren en dus zich alleen onthielden van seksuele betrekkingen als ze aan de beurt waren om de dienst te verrichten, zeg twee weken. Vandaar dat Zacharias niet in Jeruzalem hoefde te wonen. De mensen in zijn woonplaats en elders konden zich door gebed verbinden met de tempel als ‘hun’ priesters zoals Zacharias dienst hadden: zo werd de basis gelegd voor de synagogale liturgie.
Elisabet werd vervuld van de Heilige Geest, hetgeen vaak wordt verbonden met muziek. De uitbundigheid wordt nog vergroot doordat ze zich ‘met luide stem’ uitspreekt: hier worden vrouwen niet timide voorgesteld! Toen de Israëlieten door de Rode Zee trokken zongen ze een lied. Volgens de rabbijnen is een lied zingen een teken dat de Heilige Geest je inspireert. Zo kon ook David door muziek de boze geest bij Saul laten verdwijnen.
Natuurlijk herkennen we hier het begin van het Weesgegroet. De gezaghebbende exegeet Raymond Brown wijst erop dat de Zaligsprekingen verschillen van het ‘gezegend’ door Elisabet: het eerste is een wens, maar Elisabet herkent door haar profetische status (de heilige Geest!) het gezegend zijn van Maria door God. Ook spreekt zij over Jezus als kurios, ‘mijn Heer’, voor het eerst in de evangeliën.
‘Want zie’, helaas soms weg vertaald, duidt eveneens op goddelijk inzicht en wordt meerdere malen gebruikt bij de geboorteverhalen.
‘De woorden van de Heer’ duiden op de Annunciatie aan Maria door de engel Gabriël. Merk op dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen woorden van de engel en van God zelf.
De voortzetting is de lofzang van Maria, die opmerkelijk genoeg in sommige handschriften aan Elisabet wordt toegeschreven. Dit valt echter buiten de lezing. Toch is het wel goed op te merken dat Lucas maar liefst vier lofzangen heeft: die van Zacharias, van Elisabet, van Maria en van Simeon. En dan tellen we de aangeduide lofzang van Anna nog niet mee alsmede die van de engelen en de herders. Alles getuigt van een intense messiaanse vreugde. Ook zien we in de wijdere context van Lucas hoe Maria en Jozef worden voorgesteld als wetsgetrouwe Joden, evenals alle andere personen, tot in de tempel toe. Het zal nog een hele toer worden in de prediking om de lezing uit Hebreeën in een niet-polemische strekking daarmee ter sprake te brengen!
Preekvoorbeeld
Wat ogenschijnlijk een onbeduidende ontmoeting lijkt, krijgt bij Lucas een buitengewone betekenis. Twee zwangere vrouwen ontmoeten elkaar: als ze elkaar zien en begroeten breekt er een straal van geluk door om het nieuwe leven in de schoot van beide vrouwen. Heel het miniatuur ademt blijdschap, vreugde en levensgeluk.
De woordeloze groet van Maria brengt bij Elisabet lichamelijk en geestelijk van alles teweeg: het kind springt op in haar schoot, de heilige geest vervult haar en zij zegent Maria met luide stem. Het klinkt je als muziek in de oren: ‘Ave Maria, jij bent gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van jouw schoot.’ Elisabet die zelf op hoge leeftijd boven verwachting zwanger is geworden en haar geluk niet op kan, heeft oog voor het mysterie dat zich aan Maria voltrekt. De vrucht die groeit in het verborgene van haar schoot, duidt zij als kind van belofte, woord dat tot vervulling komt, woord waarin God mens wordt. Messiaanse verwachting wordt in een paar zinnen uitbundig beschreven. Wat vooral opvalt is de eenvoud waarin het mysterie van nieuw leven, goddelijk leven, wordt opgeroepen.
Als alles meezit, als de zwangerschap gewenst is en de vrucht in de schoot voorspoedig groeit, raken niet alleen de moeder, maar ook de vader, andere kinderen, oma’s en opa’s vol van verwachting… Iedereen leeft mee. Er komt een enorme energie vrij, alles draagt bij aan de ontwikkeling van het nieuwe leven, er wordt een naam gezocht, ruimte gemaakt voor het kind dat komt. In verwachting zijn opent meerdere lagen van ontmoeting, betekenis, elkaar tot zegen zijn.
Wat met zorg en aandacht wordt omgeven, groeit in stilte. Wat klein en weerloos is, broos en kwetsbaar is tegelijk een krachtige bron van leven. Zwangerschap en verwachting brengen licht en hoop. Zelfs – of misschien juist – in moeilijke omstandigheden, in oorlog en armoede, is de geboorte van een kind een teken van hoop. Want groei van nieuw leven ademt verlangen, ontvangen, zorg en aandacht, stil afwachten en niet alles kunnen beheersen, naar je hand zetten.
In de wereld draait veel om organiseren, met kennis, macht en geld beheersen… met het doel om groot te worden, aanzien te vergaren, machtig te zijn. De wereld van reclame, verleiding, kapitaal is vaak nietsontziend. Desnoods worden mensen opgeofferd aan grootheidswaan en machtsdenken. Een bedrijf dat goede sier maakt met vergroening, laat dat weer gemakkelijk los als aandeelhouders meer geld verlangen. Goede doelen worden soms opgeofferd aan het verdienmodel.
In de brief aan de Hebreeën staat: ‘Als Christus in de wereld komt, zegt hij tot de Vader: slachtoffers en gaven hebt gij niet gewild, maar gij hebt mij een lichaam bereid… Ik ben gekomen God om uw wil te doen.’ Heel de Schrift ademt de geest van Gods wil: oog voor het kwetsbare, gericht zijn op bevrijding, genade en vertrouwen, humaniteit en mededogen, in ontmoeting elkaar zegenen. God verlangt geen offers, maar gerechtigheid en liefde. De kinderen van Elisabet en Maria staan elk op eigen wijze voor het doen van Gods wil.
In de liturgie op deze zondag lezen we bij Micha: ‘Gij, Bethlehem Efrata, het kleinste onder Juda’s geslachten, uit u zal geboren worden hij die… de mensen weer samenbrengt en hen zal hoeden en in veiligheid doet wonen… Hij zal een mens van vrede zijn.’ Uit het kleine wordt geboren die leven brengt, die tot zegen is…
Nu Kerstmis nadert en de jaarwisseling nabij komt, sturen we elkaar goede wensen, we ontmoeten elkaar en zegenen elkaar, we kijken verwachtingsvol vooruit: mag in ons -in het verborgene- het kleine groeien, mag de vrucht van hoop en vrede vorm krijgen in elkaar groeten met liefde en aandacht. Mag God mens worden in ons, dat wij zijn wil beamen en doen.
In aansluiting op de afbeelding van de Visitatie door Pontormo genoemd in de inleiding, kunt u ook de still uit de video van Bill Viola, The Greeting, laten zien.
Bill Viola, The Greeting, 1965, video/geluid-installatie, museum De Pont, Tilburg;
naar: Jacopo Carrucci (genoemd: Pontormo), De visitatie (1528-29), Olieverf op doek, 292 x 156 cm., San Michele, Carmignano.
Zie: https://artway.eu/content.php?id=3175&lang=nl&action=show
Pontormo, Visitatie Bill Viola, The Greeting
inleiding prof. dr. Marcel Poorthuis
preekvoorbeeld drs. Ben Piepers