- Versie
- Downloaden 47
- Bestandsgrootte 206.23 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 18 februari 2020
- Laatst geüpdatet 22 januari 2021
8 december 2019
Tweede zondag van de Advent
Lezingen: Jes. 11,1-10; Ps. 72; Rom. 15,4-9; Mat. 3,1-12 (A-jaar)
Inleiding
Advent, de boodschap en de verkondiging daarvan
Deze zondag van de Advent vraagt om de uitdrukkelijke aandacht voor Johannes de Doper. Hij leefde vanuit de verwachting van de komst van het ‘Rijk der hemelen’. Johannes is een profetische figuur, die in zijn tijd belangrijke sporen heeft nagelaten in het geloofsleven van het Joodse volk. Hij kreeg vele volgelingen. Zijn boodschap verspreidde zich in Judea, Samaria en de buitengewesten. Zo ontmoette later Paulus in Efeze Johannes-leerlingen, zie Handelingen 19,2-4. In de prediking van Jezus zelf en van de Apostelen komt het optreden van Johannes de Doper bij herhaling ter sprake. Zijn verkondiging vormt een wezenlijk en onmisbaar deel voor het leren verstaan van het Evangelie. Johannes was de trendsetter.
Matteüs 3,1-12: De plaats van Johannes de Doper in de evangeliën
Opvallend is dat de eigenlijke aanvang van de berichten over Jezus beginnen met de vermelding van het optreden van Johannes de Doper. De vier evangelisten geven Johannes de Doper die eerste plaats. Bij Marcus is dat zonder meer het begin. Matteüs, Lucas en Johannes hebben daar later hun visie op de geboorte van Jezus aan toegevoegd en bij Lucas ook die van Johannes. Om de Advent beter te begrijpen moeten we dus onze aandacht eerst richten op De Doper. Vanaf het begin is er een spanningsveld. Johannes, geboren als zoon van een familie van de priesterklasse van de tempel (althans volgens Lucas), heeft zich daarvan los gemaakt. Hij gaat naar de woestijn. Dat is typerend. De woestijn is de oerplek van de geschiedenis van God met het volk. De profeten hebben daar steeds naar verwezen (Hosea 2,16) In de dagen van Johannes hebben meerderen die weg gezocht. Denk onder andere aan de beweging van de Essenen met hun gemeenschappen in de woestijn van Juda. Zij zochten naar de authentieke beleving van Gods geboden. Vereist is een levendig besef daarvan, gedragen door de verwachting van de komst het Rijk Gods, voorafgegaan door de komst van de profeet Elia. Elia zocht ook in de woestijn de ontmoeting met de Heer. Terug naar ‘de bron’, die allereerste ontmoeting, terug naar de Horeb (1 Kon. 19). Die relatie met Elia wordt in de evangeliën bij herhaling genoemd. Johannes de Doper staat in deze lijn van spiritualiteit. Hij leefde in de eenzaamheid, in een mantel van kameelhaar en at sprinkhanen en honing. Zijn positie is van Godswege bepaald: ‘een stem roept in de woestijn: “Bereid de weg van de Heer” (Mat. 3,3; Jes. 40,3). Zo geldt vanaf het begin: wat er gaande was, gebeurde volgens de Schriften, Mozes en de profeten.
Psalm 72
Lezing van de Koningspsalm bevestigt deze messiaanse visie: de realisering van gerechtigheid in woord en daad voor ‘kleinen en groten’, voor heel de aarde en de volken. Het visioen blijft zo de kracht tot visie en tot handelen.
Jesaja 11,1-10
Uit het getuigenis van de evangelisten weten we dat Johannes een klare verkondiging had over wat de Allerhoogste van de mens verwacht. En dat niet in theorie maar in de praktijk van leven, in daden van gerechtigheid (Luc. 3,10vv). Dat appel is door velen opgepakt. Men liet zich dopen als teken ommekeer, bekering. Want alleen wanneer het Godsvolk zich zou houden aan wat God verlangt, wordt de weg bereid voor de komst van de Heer. Zo heeft Johannes zijn opdracht verstaan. Deze zondag lezen we over die visie, zoals ons wordt geboden door Jesaja 11,1-10. De strekking is gericht op de waarachtige toekomst van het volk, geleid door de gaven van de geest met een uitstraling in heel de schepping in vrede zonder geweld en tot zegen van de volken (zie ook Luc. 1,68vv – de lofzang van Zacharias).
Het spanningsveld is meerledig: in de relatie met de religieuze overheden, in het al of niet aanvaarden van Johannes’ oproep door het volk, in het conflict met de bestaande orde tegenover de gerichtheid op de eindtijd – niet enkel de doop met water maar vooral met de Geest. Kortom, een ingrijpende wending is nodig. Daar komt bij de tegenstelling tussen ‘de kleinen en de groten’, tussen ‘de rijken en de armen’. Het maatschappelijk veld, de sociale orde zal moeten worden opgeschud. Dit zal niet zonder gevolgen blijven. In de confrontatie met koning Herodes zal Johannes dat met zijn leven moeten bekopen.
De relatie met Jezus
Jezus en meerdere van zijn leerlingen zijn volgelingen van Johannes. Ze plaatsen zich in die profetische traditie. De thema’s die Johannes aan de orde stelt komen bij Jezus terug, zij het met eigen accenten: bekering, gerechtigheid en barmhartigheid, zorg voor de minsten en die gerichtheid op het Rijk Gods, waarbij Jezus ruimte laat voor ‘wanneer God het wil’. Ook Jezus spreekt klare taal met tegelijk een mildheid die mensen kansen biedt.
Concreet: Jezus laat zich dopen; ervaring van de Geest; verblijf in de woestijn; het kritisch besef over wat God van de mens vraagt; uitzien naar het Rijk Gods, eindtijdgedachten; een actieve prediking en vorming van zijn leerlingen. Uiteindelijk zal Jezus er bewust op uit gaan om steden en plaatsen in het land aan te doen om te prediken in synagogen en daarbuiten. Van grote betekenis is, dat Jezus een nieuwe gemeenschap heeft opgebouwd en daartoe zijn leerlingen voor de leiding daarvan heeft gevormd. De genezingen en de wondertekenen onderstrepen dat. Evenzo zijn grote toespraken en het samenzijn met menigten van mensen.
Een belangrijk aspect in de verhouding Johannes de Doper en Jezus is het messiaanse perspectief. De Messiasverwachting komt aan de orde. Johannes ziet zichzelf als wegbereider. Hij geeft het advies Jezus te volgen. Deze episode wordt uitgebreid verteld door evangelist Johannes, Joh. 1,19-51. Daarin is de hint aanwezig, dat Jezus de langverwachte dienaar zal zijn.
Een zeer bepalende gebeurtenis is de dood van Johannes de Doper. De onthoofding van Johannes in opdracht van Herodes heeft Jezus diep geschokt. De prediking, die kritisch is over het doen en laten van mensen is niet zonder risico. Hij ontmoet evenzo de confrontatie met de leidinggevenden in het religieus en maatschappelijk veld. Jezus verwerkt dat in zijn eigen optreden door te verwijzen naar Zijn mogelijk lijden en sterven.
Bij Johannes de Doper klinkt het radicale aspect sterk: ‘De bijl ligt aan de wortel... Hij zal zijn dorsvloer opruimen... het kaf verbranden’. In Jezus’ prediking is die tijdsdruk minder. De verkondiging ervan is er echter niet minder om. Maar ook bij hem zal het spanningsveld toenemen, en leidt uiteindelijk tot zijn gevangenneming en kruisdood.
Romeinen 15,4-9
Hier zien we een bondige samenvatting van waar het in de christelijke verkondiging om gaat: het verwerkelijken van wat de Schriften ons voorhouden. Bijeen rond Jezus, de Gezalfde des Heren, zijn we geroepen om tot zegen te zijn in verbondenheid met het Godsvolk, de Joden, ten dienste van de volkeren en de wereld tot eer van de Allerhoogste.
Zie: S. Lamberigts, ‘Romeinen. Christus, onze gerechtigheid’ in: Henk Janssen & Klaas Touwen (red.), Paulus zelf. De zeven echte brieven, Vught 2014, 20162, 75-86
Preekvoorbeeld
‘Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï’, zo roept, bemoedigt de profeet Jesaja zijn toehoorders in de tijd van grote onrust. In de Middeleeuwen beeldden kunstenaars dit vers letterlijk uit. In de Nicolaaskerk te Kalkar, vlakbij Nijmegen, is een wondermooi Maria-altaar te vinden, Maria van de zeven smarten. Het altaar wordt gedragen door een breed voetstuk; in het midden zie je een oudere man en uit zijn borst groeien drie stevige wortels die uitmonden in een boompje of struik die zich in vele takken uitspreidt. Aan het einde van de takken zie je hoofden van koningen zoals ook koning David met zijn harp. Het altaar wordt omlijst door twee dikke strengen van takken die naar boven reiken en uitmonden in het beeld van Maria en het kind. In het midden zijn zeven panelen met de smarten van Maria in een kring rond de moeder met haar gestorven zoon. Het altaar laat zich lezen als de geschiedenis van Israël en van het leven en de dood van Jezus Christus. Het vertelt in beelden de lezing uit Jesaja en het evangelie. Jammer genoeg is Johannes de Doper nergens te vinden.
Isaï slaapt: hij merkt niet dat die struik uit zijn borst groeit en groeit tot die uitmondt in Maria met het kind. Waarom ontkiemt de nieuwe struik uit de borst van Isaï en niet uit die van zijn zoon David, zoals je zou verwachten? De profeet Jesaja laat David achterwege. Het gaat hem niet langer om het koningshuis maar hoe heerschappij er zou moeten uitzien. De profeet spreekt, kondigt een nieuw begin, een nieuwe geest aan. Niet de voortzetting van het huis van David. Het gaat om Gods heerschappij. Daarom kan de vader van David slapen. Want God neemt het initiatief en zendt de geest van wijsheid, van inzicht, sterkte en beleid, kennis en ontzag voor de Heer. De profeet verpakt zijn boodschap in het beeld van een twijgje dat uit de oude stam ontspruit. Hij zegt tot zijn toehoorders: Verwacht niet langer iets van koningen, ook niet uit het geslacht van David. Heb geduld: er komt iets, iemand nieuws. En op hem rust de geest des Heren. De profeet ontvouwt dit met schitterende beelden zoals degene die gerechtigheid beoefent door werkelijk te zien wat er aan de hand is, door zich niet te laten leiden door macht en bedrog, maar rechtvaardig te richten. De tegenstellingen tussen roofdier en lam, mens en dier zijn over. Een paradijs waar niemand bang hoeft te zijn voor de sterkere. Ja, er is hoop op terugkomst naar Jeruzalem, op heil op de berg Sion.
Johannes de Doper sluit aan bij de visie van Jesaja. Hij is de roeper in de woestijn die de paden recht gaat maken voor de komst van de Heer. De evangelist Matteüs schildert Johannes de Doper als een tweede Elia. In de woestijn op de berg Horeb (1 Kon. 19,11vv) wordt de eerste Elia getuige van Gods openbaring. Johannes de Doper, de man gekleed met een kameelharen gewaad en een leren ceintuur, die zich met honing en sprinkhanen voedde, leeft in de woestijn, of beter aan de rand ervan. Hij is de stem die roept, klaagt aan en waarschuwt zijn medemensen over hun levenswijze die niet spoort met de wet van God. Zijn prediking geschiedt net voor het begin van de verkondiging van Jezus. En zijn appel tot bekering wordt gehoord. Mensen komen in massa’s naar hem toe. Zijn woorden vallen op een vruchtbare bodem. Hij raakt bij hen een gevoelige snaar aan. Blijkbaar verwoordt hij de onzekerheden, de angst van mensen in zijn tijd. Zij vroegen zich af: zitten we nog wel op de goede weg? Maken wij de juiste levenskeuze of wacht ons hel en verdoemenis?
Johannes roept om bekering, om omkeer. Wat opvalt is dat de evangelist verschil maakt in groepen! Zijn appel voor bekering is in eerste instantie bedoeld voor het volk, voor de gewone mensen, voor u en mij. Zij belijden hun zonden, hun vergrijpen en laten zich dopen om een nieuw begin te maken. In tweede instantie verheft hij zijn stem tegen vooraanstaande mensen, Farizeeën en Sadduceeën. Hij beschimpt hen met ‘addergebroed’ en vraagt hen om zich nu niet langer te beroepen op Abraham als hun vader. Hun daden zijn belangrijk, niet hun woorden. Het gaat om daden van gerechtigheid, zoals ook de wet voorschrijft. Juist omdat zij vooraanstaande mensen zijn, horen zij hun verantwoordelijkheid te nemen, voorbeeldig te leven. De evangelist legt niet precies uit om welke zonden en tekortkomingen het hierbij gaat. Hij laat dat open en zoals ook Jezus geen precieze voorschriften geeft maar mensen met zijn gelijkenissen aan het denken zet. Het is een appel ook aan ons, om zelf te zoeken naar werken van gerechtigheid, om vrucht te brengen op onze plaats en in onze tijd.
Maar laat ik dan toch een poging doen om juist in deze adventstijd, een tijd van voorbereiding op Kerstmis, de oproep van Johannes wat meer in te kleuren. Johannes de Doper geeft ons een voorbeeld met zijn uiterst sobere levenswijze aan de rand van de woestijn. Nu hoeven wij niet helemaal zijn levenswijze te volgen. Maar zou soberheid in kleding en voedsel juist in deze weken niet zinvol zijn? Zouden wij niet kritisch kijken naar al die folders en reclamefilmpjes? Nemen wij de tijd om een echte goede keuze te maken voor onze kerstvoorbereidingen? Hebben je kinderen, je vrienden zoveel dingen wel nodig? Wat is echt nodig? Waar zouden zij en ook jij en ik, wij, ons werkelijk op verheugen? Meer aandacht en tijd voor elkaar? Één mooi geschenk in plaats van vele, een mooi concert, een goede gift voor iemand in nood?
Mensen uit Juda en Jeruzalem gaan voor Johannes de Doper op reis. Wij zouden hen moderne pelgrims kunnen noemen. Lopend naar Johannes de Doper komen zij in gesprek met elkaar, zij delen hun voedsel onderweg, hun vragen naar een leven zoals God het heeft bedoeld. Hun voorbeeld kan ons inspireren om zelf op weg te gaan, kritisch naar ons leven en onze levensstijl te kijken. Maar misschien is het soms ook goed om zoals Isaï te slapen en een groen twijgje uit onze borst te laten groeien. En zou dit twijgje niet een groene dennentak kunnen zijn met de ster die de geboorte van de Heer aankondigt?
inleiding drs. Frans Zwarts
preekvoorbeeld Bärbel de Groot-Kopetzky