- Versie
- Downloaden 26
- Bestandsgrootte 358.03 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 31 juli 2019
- Laatst geüpdatet 29 december 2020
Homiletische hulplijnen 37
Teken en betekenis
Wat maakt een preek tot een bijbelse preek? Dat is niet alleen een kwestie van inhoud, maar ook van terugkoppeling. De inhoud kan dogmatisch dik in orde zijn of moreel hoogstaand, maar daarmee wordt de bijbel nog niet recht gedaan. De hoorder ook niet. De bijbel is immers geen dogmatisch werk of handboek voor christelijke ethiek. En hoorders mogen ervan uitgaan dat toch minstens een van de lezingen in de preek aan de orde komt. Zonder dat wordt een preek onnavolgbaar.
De gelezen perikoop is dus niet slechts de aangever van een thema: dankbaarheid, naastenliefde of gebed, maar heeft daar in heel specifieke zin ook iets over te melden. En tegelijkertijd verzet de lezing zich tegen dat gekozen thema. Het past nooit. Een bijbelverhaal laat zich niet tot een daaruit voortvloeiende moraal abstraheren, alsof het in de kerk slechts om ‘normen en waarden’ zou gaan. Dat veel gelovigen die normen en waarden aanwijzen als de kern van hun christelijke identiteit, is dikwijls een testimonium paupertatum.
De kerk koestert een vertelcultuur. Een parochie is een taalgemeenschap. Daar leren wij de verhalen van God en de mensen. Daar worden wij ingevoerd en ingewijd in de gelaagdheid van ‘een tweede taal’. Naar mate het literatuuronderwijs verschraalt, de boekhandel een kwijnend bestaan begint te leiden, de beeldcultuur brutaler wordt en kunst en cultuur doorgaan voor linkse hobby’s, wordt een plek waar verhalen klinken, waar ons woorden te stade komen en wij worden ingevoerd in een meerduidige taal, des te meer kostbaard en waardevol. De preek geeft stem aan wat wij coram Dei meemaken, maar doet dat niet op eigen houtje. De predikant is geen religieus genie. Hij moet het ook maar gewoon uit de bijbel hebben en gaat de parochie daarin – in die behoeftigheid – voor.
Een preek gaat dus niet óver een tekst, gaat er niet vanúit, maar kruipt er ìn. De thema’s die daar aan de orde komen, worden gemakkelijk gespiritualiseerd of ‘geactualiseerd’ tot louter diepe inhouden van groot gehalte. Maar aan een dergelijk diepzinnigheid kan een preek eigenlijk alleen maar mank gaan. Zonder de vorm waarin ze ons zijn aangereikt lopen die inhouden immers leeg. Het gehalte verdampt zonder de gestalte van de tekst waarin het ter sprake komt. Betekenis staat niet los van het teken.
In een interview naar aanleiding van de première van Molière’s ‘De Misantroop’ zegt Erik Whien, huisregisseur van Toneelgroep Oostpool:
Ik snap wel die neiging tot actualisering – jongeren tonen dat het heus niet ouderwets is – maar theater is nu eenmaal slow food. Je moet er juist een verhaal durven vertellen in plaats van een wake up call. En het publiek moet er de tijd voor nemen dat op zich in te laten werken. (Trouw 20 oktober 2011)
Preken is telkens weer terugkoppelen tussen hoorder en tekst, tussen ‘Waar hebben we het over?’ en ‘Waar halen we het vandaan?’ De betekenis van de bijbelse beeldtaal komen wij alleen met aanstekelijk exegetisch plezier op het spoor. Het bijzondere: de eigenaardigheid van juist deze perikoop, differentieert het algemeen en onbetwijfeld christelijk geloof. Het concrete tekstgegeven nuanceert ‘het thema van deze viering’. Een preek is niet pas geslaagd als de hoorder dat thema goed begrepen heeft, maar als er iets van de lezingen is gaan glimmen.
Klaas Touwen
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.