- Versie
- Downloaden 20
- Bestandsgrootte 281.23 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 28 juli 2019
- Laatst geüpdatet 13 januari 2021
Boeteviering Goede Week 2014
De gebedsruimte is zo ingericht dat de aanwezigen in een kring zitten. In het midden van de ruimte staat een aarden kruik, gevuld met water.
Lied
GvL 456: Het lied van Gods aanwezigheid, GvL 542: Lied om ontferming, GvL 570: Vriendelijk licht – of een ander lied dat Gods barmhartigheid tot uitdrukking brengt.
Woord van welkom
Welkom iedereen in deze boeteviering van de Goede Week. Deze week horen we in het evangelie over Jezus’ intocht in Jeruzalem, over zijn afscheid van de leerlingen, zijn kruisiging en zijn verrijzenis uit de dood. Velen van ons hebben deze lezingen al vaak gehoord, je zou er haast aan gewend raken. Maar op de keper beschouwd zijn het schokkende verhalen, die ons vragen stellen waarop we niet zomaar een antwoord hebben en die ons uiteindelijk meenemen op een hoge vlucht die we maar nauwelijks kunnen bevatten.
We laten die beweging waarin we deze week meegenomen worden even voor wat ze is. Vandaag staat er hier in ons midden niet meer dan een kruik met water. Het gaat ons nu om die kruik en om wat die uitdrukt.
Een kruik heeft de vorm van een baarmoeder. In het Hebreeuws, de taal waarin het Oude Testament, de Bijbel van Jezus, oorspronkelijk geschreven is, is er maar één woord voor baarmoeder en barmhartigheid: rechem. De baarmoeder is het symbool voor barmhartigheid, voor Gods barmhartigheid. Nu is deze kruik dat symbool voor Gods barmhartigheid. Straks zullen we meer hierover horen in de lezing uit het boek Jesaja.
Laten we kijken naar de kruik hier in ons midden: deze kruik is als de baarmoeder, waar ieder van ons is ontstaan, waar wij onze oorsprong hadden.
Een baarmoeder biedt ruimte, beschutting en warmte. Ze zorgt voor voeding en groei voor het kindje dat in haar is. De baarmoeder is de plek van voorbereiding op iets ongekends: een leven op aarde, als zelfstandig mens.
Ik wil u uitnodigen om in kleine groepjes van drie of vier personen ervaringen uit te wisselen rondom de vraag: Wanneer en waar heb ik onlangs ervaren dat iemand mij met barmhartigheid ontving?
(ongeveer tien minuten, zolang als de verschillende groepjes nodig hebben)
Lezing: Jesaja 44,1-5
We lezen nu uit het boek Jesaja, het lievelingsboek van Jezus. Zijn ervaring dat God hem ruimte, beschutting en warmte gaf, hem nabij was en barmhartig, heeft hij misschien wel nergens zo duidelijk teruggelezen als in dit boek.
We laten het nu stil worden. We horen zo meteen alleen nog maar de verre geluiden van buiten en een enkel geluidje dat wijzelf maken: een kuchje, een stoel die verschuift, een papier dat ritselt. In die stilte kunnen we ruimte laten ontstaan, kunnen we ons beschut voelen. En in die ruimte kunnen we nadenken over de vraag: wanneer en waar heb ik onlangs voor iemand de weg afgesloten, heb ik het tegendeel gedaan van ontvangen met ruimte en barmhartigheid?
We kunnen daarbij ook nadenken of er een mogelijkheid is om goed te maken wat we die ander te kort gedaan hebben.
(ongeveer vijf minuten)
In de lezing hoorden we:
Ik zal water uitgieten op dorstige grond,
waterstromen over het droge land.
Ieder kan nu naar de kruik toelopen en met het water een kruisteken maken. Water maakt harde aarde zacht, water maakt vruchtbaar, dit water maakt onze levens weer vruchtbaar. We laten ons aanraken door Gods barmhartigheid. Het is ook mogelijk om een kruisje te geven aan een ander, bijvoorbeeld aan degenen die in uw groepje zaten.
Staande in een kring rond de kruik bidden we gezamenlijk het Onze Vader. We kunnen daarbij elkaars hand vasthouden.
Lied
GvL 416: Dat wij volstromen met levensadem
Zegenbede:
Moge de barmhartige God,
Vader, Moeder van ons
en van Jezus Christus,
ons leiden op de weg van vandaag en morgen,
van deze Goede Week en verder.
Moge zijn vergeving ons vrij maken,
ongekend vrij.
In de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Marc van der Post
LOGO
Ontleend aan ‘de mystieke molen’, sculptuur basiliek Sainte-Marie-Madeleine,
Vézelay, die de samenhang verzinnebeeldt tussen Oude en Nieuwe Testament.
Mozes werpt tarwe in de molen, Paulus vangt het meel op.