- Versie
- Downloaden 20
- Bestandsgrootte 437.48 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 27 juli 2019
- Laatst geüpdatet 18 februari 2021
Boeteviering voor de Goede Week, 21-23 maart 2016
‘Hij keerde zich om en keek Petrus aan’
Openingslied GvL 450 – Gij zijt in glans verschenen
Begroeting:
v: Genade zij u en vrede van God onze Vader
en van Jezus Christus die ons liefheeft.
a: Amen
Inleiding
In de veertigdagentijd hebben we Jezus gevolgd op zijn weg naar Jeruzalem,
de plaats waar de Mensenzoon moet lijden en verheerlijkt worden.
Maar als we hem volgen, merken we dat zijn levenskeuze
wel heel dicht aan onze huid komt.
Nu de Goede Week begonnen is staan we stil bij Jezus’ arrestatie, zijn bespotting en geseling.
Waar waren zijn volgelingen toen?
Heel bijzonder willen we in deze boeteviering ons verplaatsen in de figuur van Petrus.
Op belangrijk momenten liet hij Jezus alleen.
Maar Jezus liet hem niet alleen en keek hem aan.
Petrus houdt ons een spiegel voor.
Laten wij ons leiden door angst of door vertrouwen?
Gebed
Laat ons bidden:
Heer, u hebt ons gereinigd door het water van het doopsel.
U hebt ons aangenomen tot uw kinderen,
om in vrijheid en verantwoordelijkheid te leven met u en met elkaar.
Wij vragen u: blijf ons omgeven met uw barmhartige liefde,
geef ons een teken van vergeving, zodat wij, die door uw lijden en dood zijn verlost,
delen in de vreugde van uw verrijzenis.
Gij die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen.
a: Amen
Lezing uit het Evangelie: Lucas 22,54-62
Meditatieve zang: Psalm 51I – God, herschep mijn hart
Overweging
Het lijdensverhaal volgens Lucas geeft een eigen plaats aan de figuur van Petrus. Hij speelt geen hoofdrol, maar hij komt wel even heel markant naar voren. Een menselijke figuur die ons vooral in zijn zwakheid wordt getoond. We willen in deze boeteviering mediterend stil staan bij hem, want hij helpt ons om bij onszelf te komen, bij onze kleinheid en onze tekortkomingen die wij op deze momenten willen overwegen.
Petrus is de man van de heftige emoties, van zwart of wit, van voor of tegen, van bang of ook moedig. Petrus, die man die zijn voeten niet wil laten wassen bij het laatste avondmaal, maar daarna zich helemaal wil laten wassen. Petrus die in slaap valt als Jezus eenzaam bidt in de Hof van Olijven. Petrus die Jezus dapper verdedigen wil als de soldaten hem komen halen. Petrus die Jezus op een afstand volgt.
Alle vier vertellen de evangelisten ook het verhaal van wat meestal genoemd wordt de verloochening van Petrus. Hij is Jezus gevolgd als die naar het huis van de hogepriester gebracht wordt. Hij gaat daar op de binnenplaats bij een vuur zitten tussen het personeel. Jezus is binnen, onder strenge bewaking. Petrus kan hem verderop door de open ramen zien staan. Dan is er een dienstmeisje dat scherp naar hem kijkt bij het schijnsel van het vuur. Opeens herkent ze hem. ‘Jij hoort toch ook bij de gevangene, bij die man die ze opgepakt hebben’, vraagt ze. Petrus schrikt. Stel je voor dat ze hem ook te pakken nemen. Hij wordt bang en ontkent fel. ‘Vrouw, ik ken hem niet’, zegt hij. De vrouw houdt zich stil, maar er loopt wel een ander rond, een man die af en toe naar Petrus kijkt, dan weer naar Jezus kijkt die in de zaal van de hogepriester staat. Opeens komt hij naar hem toe en zegt: ‘Hé jij, jij hoort toch ook bij hen?’ Weer voelt Petrus de angst, maar nu veel sterker: laat ze toch ophouden! Nog feller ontkent hij het. Dan blijft het een hele tijd rustig, tot, na een uur, weer een ander begint. Hij had Petrus horen praten en was getroffen door zijn Galileese accent, de streek waar Jezus en zijn apostelen vandaan kwamen. ‘Jij bent een Galileeër, je hoort toch ook bij die Jezus?’ Opnieuw ontkent Petrus het heftig.
Maar dan, het is al diep in de nacht van donderdag op vrijdag, misschien dat het eerste ochtendgloren al begint: er kraait een haan. Het valt niemand op. Alleen Petrus herinnert zich plotseling dat de Heer dit voorspeld heeft tijdens de gesprekken aan het Laatste Avondmaal. ‘Petrus, je zult me driemaal verloochenen voordat de haan kraait, voordat het morgen wordt.’ Onwillekeurig kijkt Petrus naar de zaal waar Jezus wacht en staat en bewaakt wordt en hij ziet het hoofd van zijn rabbi zich naar hem toekeren: de Heer keerde zich om en keek Petrus aan. Lucas is de enige evangelist die ons dit bijzondere detail vertelt. De Heer kijkt hem aan. Was het verwijtend, veroordelend? Was het verdrietig, geraakt? Of was het liefdevol, vol begrip en barmhartigheid? Of was het een mengeling van dat alles? Wij weten het niet. Misschien is het de blik geweest die wij op de iconen van Christus zien. Die blik van barmhartigheid en van waarheid tegelijk. Indringend, vol genegenheid. Het evangelie vertelt dat Petrus in huilen uitbarstte.
Het is een heel menselijk verhaal en het houdt ons een spiegel voor. Wij waren er niet bij toen Jezus zijn lijdensweg ging, maar wij zijn wel zijn volgelingen en wij proberen trouw te zijn aan de weg waarop hij ons voorgaat. Ook in deze week van het Lijden willen wij hem volgen, maar net als Petrus vinden we dat moeilijk en nemen we afstand. De figuur van Petrus helpt ons om tot bezinning te komen en stelt ons vragen.
Zijn er ook momenten geweest dat wij hem, door onze woorden of door ons doen en laten, niet wilden kennen? Momenten dat we ons geloof verzwegen of negeerden? Perioden dat Jezus uit onze gedachten en uit ons hart was? Misschien een keer dat wij een mens in nood niet te hulp kwamen omdat wij het te druk meenden te hebben? Of die keren dat wij oneerlijk of ontrouw of jaloers waren? In feite verloochenen wij heel vaak onze Heer, door ‘nee’ te zeggen tegen hem en tegen de weg die hij ons wijst. En vaak ga je dan gewoon door en vergeet je het ook wel weer.
Deze bezinningsviering in de Goede Week is zo’n moment dat we van een afstand Jezus volgen op zijn lijdensweg. Het is een moment dat we stil staan en opeens merken dat Jezus zich naar ons toekeert en naar ons kijkt. Hij kijkt ons aan: liefdevol, maar tegelijk heel opmerkzaam. Hij kent ons en weet wat er in ons omgaat en onze fouten blijven niet voor hem verborgen. Zo helpt hij ons tot erkenning en tot berouw te komen. Het is waar, ik heb hem verloochend, ik ben hem vergeten, ik heb hem pijn gedaan. En dan kan er in je net zo iets gebeuren als bij Petrus: dat je gaat huilen, dat je spijt krijgt, dat je fouten je verdriet doen.
Tranen van berouw werden door de oude woestijnvaders als een grote gave gezien, een eerste stap op de weg naar God die ons zijn barmhartigheid wil schenken. Zalig de treurenden, want ze zullen getroost worden, heeft Jezus gezegd. Niet het verdriet op zich is zo zalig, maar wel de pijn om wat niet goed is in je eigen leven en in onze wereld. Misschien dat wij die tranen van Petrus kunnen meevoelen, dat er ook in ons hart spijt is om gemiste kansen, om gebrek aan geloof, om liefdeloosheid of onverschilligheid.
Zo komen we vandaag naar deze boeteviering. Moge er echt berouw zijn in ons hart om de kleine en grotere fouten die wij begingen. Mogen wij zo de weg vinden naar herstel en ommekeer en de rijkdom van Gods vergeving ervaren. Amen.
Samenzang GvL 495: Met de boom des levens
Gewetensonderzoek
Als voorbereiding op het paasfeest willen we ons geweten onderzoeken.
We willen eerlijk zijn tegenover onszelf en onze fouten en tekortkomingen onder ogen zien.
We willen in alle bescheidenheid om vergeving vragen
en ons voornemen goed te maken wat in ons vermogen ligt.
Laten we neerknielen, stil worden en in onszelf keren.
Hebben we God in ons leven de plaats gegeven die hem toekomt? Hebben we tijd besteed aan gebed, bezinning en kerkbezoek?
Hebben we God gedankt voor het goede dat we van hem ontvangen en vertrouwen we op zijn hulp en nabijheid?
Hebben we onze levenspartner, onze familie en vrienden de tijd en de aandacht gegeven die hen toekomt? Zijn we trouw geweest in kleine en grote dingen?
Zijn we onmatig geweest in eten, drinken, roken, sociale media, televisie kijken?
Waren we eerlijk en betrouwbaar in onze woorden of hebben we de waarheid verdraaid of verzwegen?
Hebben we ons geen bezittingen van anderen toegeëigend? Hebben we ons niet teveel bezig gehouden met geld, spullen, voedsel en kleding, zodat het geestelijk leven in het gedrang kwamen? Hebben we gedeeld met mensen in nood, dichtbij en ver weg?
Zijn we in onze gedachten en woorden zuiver geweest of was er ruimte voor verkeerde ver-langens?
Hebben we altijd goed over anderen gesproken of hebben we ook wel eens geroddeld, kwaad¬gesproken of anderen pijn gedaan door onze woorden?
Hebben we geprobeerd ruzies en onenigheden te herstellen en zo op te komen voor verzoening en vrede?
Stilte
Kyrie-litanie GvL 214 – God, wij roepen uit de diepte
Schuldbelijdenis
a: Ik belijd voor de almachtige God
en voor u allen, dat ik gezondigd heb,
in woord en gedachte,
in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld,
door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
alle engelen en heiligen,
en u broeders en zusters
voor mij te bidden tot de Heer onze God.
Handoplegging
v: Ik nodig u uit naar voren te komen en als teken van Gods barmhartigheid de handoplegging te ontvangen.
v: (Bij ieder persoonlijk) Moge God u barmhartig zijn.
Of:
v: Moge de Heer ons allen nabij zijn met zijn barmhartigheid. Hij is voor ons allen een goede Vader die verlangend uitziet naar zijn kinderen. Bidden we in die geest de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader
Als er een priester beschikbaar is, neemt die plaats in een geschikte ruimte of hoek van de kerk. De voorganger attendeert op de mogelijkheid aansluitend aan de boeteviering een persoonlijk biechtgesprek te hebben met sacramentele absolutie. Dan nodigt hij/zij de gelovigen uit te gaan staan.
Zegenbede
v: De Heer schenke ons zijn zegen,
hij beware ons voor onheil
en geleide ons tot eeuwig leven.
a: Amen
Slotlied: GvL 511 vers 1 en 3 – O Hoofd vol bloed en wonden
Toelichting
Gekozen is voor aansluiting bij het C-jaar, waarin Lucas gelezen wordt.
Enkele teksten zijn genomen uit de ‘Boetevieringen uit de veertigdagentijd’, uit Aanhangsel II van de Orde van Dienst voor Boete en Verzoening van de NRL.
Vanwege de mogelijkheid dat de boeteviering voor sommigen het verlangen oproept naar een persoonlijk biechtgesprek wordt die optie aangeboden in het verlengde van de viering.
De gezangen zijn gekozen uit de bundel Gezangen voor Liturgie.
Literatuur: Boete en Verzoening, Pastorale Handreikingen, Aartsbisdom Utrecht 2006.
Johan te Velde